Elektrische aansluiting
6.5 Netaansluiting
6.5.2
Netkabel bepalen
Berekening
• Spanningsbelasting
Gebruik kabels met voldoende met spankracht, ten minste U
• Stroombelasting
– Bepaal de diameter van de kabel aan de hand van de geldende normen bv. VDE 0298.
– Bepaal de stroom van de netkabel aan de hand van de ingangsstroom van de
• Veiligheidsmaatregel tegen verwonding door indirecte aanraking
Gebruik een overstroombeveiligingsinrichting met extra potentiaalvereffening aan de
motor om letsels door indirecte aanraking te voorkomen.
• Aardleider
Door de hoge lekstromen van het apparaat (> 3,5 mA) moet(en) een of meerdere van de
onderstaande voorwaarden voor de vaste aansluiting van de aardgeleider vervuld zijn:
– een diameter van de aardgeleider van ten minste 10 mm
– automatische uitschakeling van het net bij onderbreking van de aardgeleider
– Aanbrengen van een bijkomende aansluitklem voor een tweede aardgeleider met
6.5.3
Aardlekschakelaar
Hoge spanningen
Dit product kan een gelijkstroom in de aardleiding veroorzaken. Waar ter beveiliging tegen
directe of indirecte aanraking een foutstroom-veiligheidsinrichting (RCD) of een foutstroom-
bewakingsapparaat (RCM) wordt gebruikt, mag aan stroomtoevoerzijde van dit product
alleen een RCD of RCM van het type B worden gebruikt.
• Als u een RCD-veiligheisschakelaar gebruikt, gebruik dan vanwege de hoge capacitieve
lekstromen een RCD-aardlekschakelaar met een hoge uitschakelstroom. De lekstroom
hangt voornamelijk af van het soort, de lengte en de plaatsing van de motorkabel.
– Maak tot een omvormervermogen van ca. 100 kW gebruik van een aardlekschakelaar
– Gebruik bij een omvormervermogen van meer dan 100 kW ten minste een 1 A
94
omvormer die u op het typeplaatje kunt vinden.
dezelfde diameter als de oorspronkelijke aardgeleider.
WAARSCHUWING
van ten minste 500 mA.
RCD-aardlekschakelaar.
/U = 0,6/1 kV aanbevolen.
0
Cu of 16 mm
2
Montage- en bedieningshandleiding SINAMICS G180
Bedieningshandleiding, 07/2020, 4BS0751-010
Al
2