Technische gegevens
C.12 Drempelwaarde voor de ventilatorbesturing
C.12
Drempelwaarde voor de ventilatorbesturing
De ventilatoraansturing kent drie toestanden: UIT, LANGZAAM en SNEL.
• UIT: De ventilatoren zijn uit als het apparaat niet synchroniseert en alle relevante
temperaturen onder de drempels voor SNEL zijn.
• LANGZAAM: De ventilatoren lopen traag als het apparaat is ingeschakeld (=
synchroniseert) en alle relevante temperaturen onder de drempels voor SNEL zijn.
• SNEL: De ventilatoren lopen snel als één van de relevante temperaturen boven de drempel
voor SNEL ligt, los daarvan of het apparaat al dan niet is ingeschakeld.
Tabel C- 5
Ventilator
Slagvrijgave
Parameter "P-INVERTER DATA/Fan"
Voorafgaande waarschuwing
smoorspoel
"T-CPU"
"T-cabin. max"
"T-heat max"
"T-diff. max"
"T-rectif.max"
Lucht-/watergekoeld
1)
() waarden tussen haakjes moeten eventueel als schakelhysterese worden gezien.
C.13
Derating
C.13.1
Stroom-derating
De apparaten en de bijbehorende systeemcomponenten zijn voor een
omgevingstemperatuur van 40°C en installatiehoogten tot 1000 m boven NAP bedoeld.
De volgende tabellen geven de toegelaten uitgangstromen afhankelijk van de
installatiehoogte en de omgevingstemperatuur?
Let op het hoofdstuk "Spanning-derating (Pagina 207)".
204
Drempelwaarde voor de ventilatoraansturing
snel
--
= snel
ja
≥ 70 °C
≥ 47 °C
≥ 50 °C
≥ 7 / 9 °C
≥ 55 °C
langzaam
ja
= langzaam
nee
≤ 70 °C (-5 °C)
≤ 47 °C (-5 °C)
≤ 50 °C (-10 °C)
≤ 7 / 9 °C
(-2 °C)
1)
1)
≤ 55 °C (-5 °C)
Montage- en bedieningshandleiding SINAMICS G180
Bedieningshandleiding, 07/2020, 4BS0751-010
uit
nee
= T-geregeld
nee
≤ 50 °C (-5 °C)
≤ 10 °C (-5 °C)
≤ 10 °C (-5 °C)
≤ 7 / 9 °C
(-2 °C)
1)
≤ 55 °C (-5 °C)