Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ferroli ATLAS D CONDENS UNIT Installatiehandleiding pagina 3

Inhoudsopgave

Advertenties

ATLAS D CONDENS UNIT
Aanzetten verwarmingsketel
Maak de brandstofkleppen open.
Schakel de stroom naar het apparaat in.
fig. 5 - Aanzetten verwarmingsketel
De eerstvolgende 120 seconden wordt op het display FH weergegeven, hetgeen
betekent dat de verwarmingsinstallatie ontlucht wordt.
De eerste 5 seconden verschijnt op het display tevens de softwareversie van de
kaart.
Wanneer de melding FH niet meer zichtbaar is, is de verwarmingsketel gereed om
automatisch te starten telkens wanneer er sanitair warm water wordt gebruikt of
wanneer de omgevingsthermostaat hierom vraagt.
Uitschakelen verwarmingsketel
Druk 1 seconde op de toets on/off (detail 9 - fig. 1) .
fig. 6 - Uitschakelen verwarmingsketel
Wanneer de verwarmingsketel word uitgezet, wordt de elektronische kaart nog van
stroom voorzien.
De sanitaire en verwarmingswerking is niet meer actief. Het antivriessysteem blijft actief.
Druk nogmaals 1 seconde op de toets on/off (detail 9 fig. 1) om de ketel weer aan te
zetten.
De verwarmingsketel is onmiddellijk gereed om te functioneren telkens wanneer er warm
sanitair water wordt gebruikt of de omgevingsthermostaat hierom vraagt.
2.4 Instellingen
Omschakelen Zomer/Winter
Druk 1 seconde op de toets zomer/winter (detail 6 - fig. 1).
Op het display wordt het symbool Zomer (detail 27 - fig. 1) actief: de verwarmingsketel
levert uitsluitend warm water. Het antivriessysteem blijft actief.
Druk weer 1 seconde op de toets zomer/winter (detail 6 - fig. 1) om de modus Zomer
te deactiveren.
Regeling van verwarmingstemperatuur
Bedien de verwarmingstoetsen (detail 3 en 4 - fig. 1) om de temperatuur te variëren
van minimaal 30 °C tot maximaal 80 °C.
Wij raden u in elk geval aan de verwarmingsketel niet onder de 45° te laten werken.
fig. 7
fig. 8
fig. 9
cod. 3541B625 - Rev. 03 - 03/2015
Regeling van temperatuur sanitair water
Bedien de toetsen voor sanitair water (detail 1 en 2 - fig. 1) om de tempe-
ratuur te variëren van minimaal 10°C tot maximaal 65°C.
Regeling van de omgevingstemperatuur (met optionele omgevingsthermostaat)
Stel met behulp van de omgevingsthermostaat de voor de vertrekken gewenste tempe-
ratuur in. Als er geen omgevingsthermostaat aanwezig is zorgt de verwarmingsketel er-
voor dat het systeem op de ingestelde setpoint-temperatuur aan de drukzijde van de
installatie gehouden wordt.
Regeling van de omgevingstemperatuur (met optionele timerafstandsbediening)
Stel met behulp van de timerafstandsbediening de gewenste temperatuur voor de ver-
trekken in. De verwarmingsketel stelt de temperatuur van het water in de installatie af op
grond van de gewenste omgevingstemperatuur. Voor wat de werking met timerafstand-
sbediening betreft, wordt verwezen naar de betreffende gebruikershandleiding.
Weersafhankelijke temperatuur
Wanneer de externe temperatuursonde (optioneel) wordt geïnstalleerd, wordt op het di-
splay van het bedieningspaneel (detail 5 - fig. 1) de werkelijke, door de sonde gemeten
buitentemperatuur weergegeven. Het regelsysteem van de verwarmingsketel werkt met
"Weersafhankelijke Temperatuur". In deze modus wordt de temperatuur van de verwar-
mingsinstallatie gereguleerd overeenkomstig de externe weersomstandigheden, zodat
gedurende het hele jaar verhoogd comfort en energiebesparing wordt gegarandeerd.
Namelijk bij toename van de buitentemperatuur wordt de uitgangstemperatuur van de in-
stallatie volgens een vastgestelde "compensatiecurve" verlaagd.
Bij regeling met Weersafhankelijke temperatuur wordt de temperatuur die ingesteld is
met de verwarmingstoetsen
stemperatuur van de installatie. Aanbevolen wordt om de maximumwaarde in te stellen,
zodat het systeem bij het regelen gebruik kan maken van het gehele functioneringsbe-
reik.
De verwarmingsketel moet tijdens de installatiefase door gekwalificeerd personeel wor-
den afgesteld. Ter verhoging van het comfort kan de gebruiker echter ook enige aanpas-
singen programmeren.
Compensatiecurve en verplaatsen van curven
Door eenmaal op de toets mode (detail 10 - fig. 1) te drukken wordt de huidige compen-
satiecurve (fig. 11) afgebeeld en kan ze gewijzigd worden met de toetsen sanitair water
(detail 1 en 2 - fig. 1).
Stel de gewenste curve in van 1 - 10 op grond van het kenmerk (fig. 13).
Wanneer de curve op 0 wordt ingesteld, is de weersafhankelijke temperatuur niet geac-
tiveerd.
fig. 11 - Kromming stooklijn
Door te drukken op de verwarmingstoetsen (detail 3 en 4 - fig. 1) wordt toegang verkre-
gen tot parallelle verplaatsing van de curven (fig. 14), die gewijzigd kan worden met de
toetsen sanitair water (detail 1 en 2 - fig. 1).
fig. 12 - Parallel verplaatsen van de curven
fig. 10
(detail 3 en 4 - fig. 1) de maximum uitgang-
NL
77

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Atlas d 32 condens unitAtlas d 42 condens unit

Inhoudsopgave