Inhoudsopgave
Advertenties
In bedrijf stellen
14
11.
Spuit inschakelen en perceel bespuiten.
12.
Spuit uitschakelen.
13. Spuitboom horizontaal zetten. naturel en inklappen groen met
het stuurventiel van de tractor.
14. Spuitboom met het stuurventiel van de tractor geel zover laten
zakken, tot de transportbeveiliging vergrendelt.
Doseerautomaat:
Binnen dezelfde versnelling van de tractor wordt een rijsnel-
heidsafhankelijke dosering bereikt. D.w.z. vermindert het motor-
toerental van de tractor, bijvoorbeeld vanwege helling in het per-
ceel, neemt behalve de rijsnelheid ook het aftakas-toerental van
de tractor af en in dezelfde verhouding ook het toerental van de
pomp. Hierdoor verandert de pompopbrengst in dezelfde mate,
waardoor de afgifte [l/ha] constant blijft. Tevens verandert hier-
bij ook de ingestelde spuitdruk.
WARSCHUWING
Voor het bereiken van een optimale verdeling van spuitvloeistof
en ter voorkoming van onnodige belasting van het milieu, moet
de spuitdruk binnen het drukbereik van het gekozen type spuit-
dop blijven (zie spuittabel).
Voorbeeld:
Bedraagt de ingestelde spuitdruk 3,2 bar, en zijn spuitdrukken tussen
2,4 en 4,0 bar toegestaan. Dan mag nooit buiten het voorgeschreven
drukbereik van de gekozen spuitdop worden gespoten.
Bij verhogen van de rijsnelheid mag het maximale aandrijftoeren-
tal van de pomp van 550 t/min niet worden overschreden!
WARSCHUWING
Grote schommelingen in de spuitdruk veroorzaken ongewenste
veranderingen in de druppelgrootte van de spuitvloeistof!
Spuitboom alleen rijdend in- en uitschakelen.
•
De ingestelde spuitdruk voor de gekozen versnelling van de
tractor en ingestelde de stand van de roerkraan moeten tij-
dens het spuiten nauwkeurig worden aangehouden, omdat
anders van de gewenste afgifte wordt afgeweken.
•
Tijdens het spuiten het verbruik van spuitvloeistof voor de
te behandelen oppervlakte voortdurend controleren.
•
Neemt de spuitdruk duidelijk waarneembaar af, dan is de
spuittank leeg. Wordt de druk tijdens het spuiten steeds la-
ger, zonder aanwijsbare veranderingen, dan zijn het zuigfil-
ter of het persfilter verstopt.
•
Alle spuithoeveelheden in de spuittabel in l/ha gelden voor
water. De overeenkomstige waarden voor vloeibare mest-
stoffen moeten voor AHL met 0,88 en voor NP-oplossingen
met 0,85 worden vermenigvuldigd.
AMASET+ BAG0007.4 08.16
Advertenties
Inhoudsopgave
