6.8.3. Satelliet
Indien u vooraf de ontvangstmodus
voor het antennetype wijzigen:
Kies een van de onderstaande antennetypes om het antennetype in te stellen:
–
: Als u een enkele receiver en een satellietschotel heeft, kiest u dit antennetype. Druk
DIRECT
op de toets
en kies vervolgens de gewenste satelliet (u kunt hier met de blauwe toets ook
O K
de transponderlijst weergeven). Druk nogmaals op de toets
vervolgens of de zenderlijst moet worden geladen of niet.
–
ENKELVOUDIGE SATELLIETKABEL
u dit antennetype. Druk op de toets OK en voer alle benodigde instellingen uit voor de
LIETPOSITIE 1/2, GEBRUIKERSBAND
de transponderlijst weergeven). Druk nogmaals op de toets
vervolgens of de zenderlijst moet worden geladen of niet.
–
DISEQCSCHAKELAAR
u dit antennetype. Druk op de toets
kunt hier met de blauwe toets ook de bijbehorende transponderlijsten weergeven). Druk
nogmaals op de toets
worden geladen of niet.
Tijdens het zoeken wordt de voortgang van het zoeken weergegeven. Bovendien wordt het aantal
reeds gevonden tv- en radiostations weergegeven.
Druk vervolgens op
Amazon Alexa (optioneel): Het apparaat kan worden bediend via Amazon Alexa. Lees hiervoor
de beschrijving in de volledige gebruiksaanwijzing (beschikbaar op internet).
Aan het einde van de automatische programmaopslag wordt een tv-programma afgespeeld.
De hier beschreven eerste installatie komt overeen met de optie
menu
INSTALLATIE
SATELLIET
: Als u meerdere receivers en een eenkabelsysteem heeft, kiest
en
BANDFREQUENTIE
: Als u meerdere satellietschotels en een DiSEqC-schakelaar heeft, kiest
O K
om het zoeken te starten. Kies vervolgens of de zenderlijst moet
O K
om door te gaan.
O K
.
geactiveerd heeft, kunt u alleen nog de instellingen
O K
(u kunt hier met de blauwe toets ook
O K
en activeer de gewenste DISEQC-schakelaar 1 - 4 (u
om het zoeken te starten. Kies
om het zoeken te starten. Kies
EERSTE INSTALLATIE
NL
SATEL
in het
23