7 Product gebruiken
Metingen uitvoeren
7.2
Het instrument is ingeschakeld en bevindt zich in het meetaanzicht.
1
Breng het meetinstrument in de positie waarin de meting uitgevoerd
moet worden.
De sonde bevat gevoelige, optische componenten. Behandel de sonde
•
alstublieft voorzichtig.
Sterke schokken veranderen de fabriekskalibratie. Controleren van de
•
meetwaarden aan frisse lucht 350 ... 450 ppm CO
CO
).
2
Condensvorming op de voeler vermijden, anders negatieve invloed op de
•
stabiliteit op lange termijn. Bij bedauwde voeler kunnen er verhoogde CO
meetwaarden worden aangegeven.
Bij verandering van de omgevingstemperatuur (verandering van de
•
meetlocatie, bijv. binnen-buiten) heeft de voeler / sonde een
aanpassingsfase van een paar minuten nodig.
•
Na inschakelen van het meetinstrument volgt een opwarmfase van de
sensor van ca. 30 s.
De CO
-concentratie in de sensor heeft ca. 60 s nodig om zich aan te
•
2
passen aan de omgeving. Een beetje zwenken van de voeler verkort de
aanpassingstijd.
Voeler zo ver mogelijk van het lichaam verwijderd houden. Zo worden
•
invloeden door het CO
Meetwaarde vasthouden, Maximale /
7.2.1
Minimale waarde weergeven
De actuele meetwaarde kan vastgehouden worden. De maximale en minimale
waarden sinds de laatste keer inschakelen van het instrument in standaard-
aanzicht of tijdens een puntsgewijze of verschuivende meting kunnen worden
weergegeven.
1
Druk meermaals op
Afwisselend wordt aangegeven:
Hold: vastgehouden meetwaarde
o
Max: Max. waarde
o
Min: Min. waarde
o
Actuele meetwaarde
o
16
VOORZICHTIG
-gehalte van de uitgeademde lucht vermeden.
2
◄
tot de gewenste waarde verschijnt.
(stadslucht tot 700 ppm
2
-
2