De witbalans handmatig instellen
1
Kies [Ó] en druk dan op [MENU/SET].
2
Richt de camera op een wit stuk papier of iets dergelijks
zodat het frame in het middel gevuld is met het witte object
en druk dan op [MENU/SET].
3
Na het instellen, [Ò] selecteren.
Aantekening
•
De witbalansinstelling blijft opgeslagen, ook als u het toestel uit zet. (De witbalansinstelling
voor een scènefunctie wordt weer [AWB] als u een andere scènefunctie kiest.)
∫ De witbalans fijn afstellen [
Gebruik deze functie om de witbalans handmatig in te stellen.
•
Stel de witbalans in op [V]/[Ð]/[î]/[Ñ]/[Ò].
3
1
[ È ], meerdere keren, totdat [WB INSTELLEN]
Druk op
verschijnt en druk dan op
stellen.
2 [ROOD]: Indrukken wanneer de tint blauwachtig is.
1 [BLAUW]: Indrukken wanneer de tint roodachtig is.
•
Kies [0] om de oorspronkelijke witbalans weer in te stellen.
2 Op [MENU/SET] drukken om te eindigen.
•
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
•
De witbalansaanduiding op het scherm wordt rood of blauw.
Aantekening
• U kunt de witbalans onafhankelijk nauwkeurig afstellen voor elke witbalansfunctie.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans wordt door het beeld
gebruikt wanneer u de flits gebruikt.
• De fijnafstelling van de witbalans blijft ook opgeslagen als u de camera uitzet.
•
Het niveau van de instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans in [Ò] keert terug
naar [0] wanneer u de witbalans opnieuw instelt met behulp van [Ó].
• In de [ONDER WATER]-scènefunctie wordt de witbalans vast ingesteld op [AWB] maar
de afstelling kan worden verfijnd.
Gevorderd (Opname van beelden)
]
2
1
/
om de witbalans fijn in te
- 83 -