3
Het toestel voorzichtig vasthouden met
beide handen, armen stil houden en uw
benen een beetje spreiden.
A Flits
B AF-lamp
4
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen.
•
De focusaanduiding 1 (groen) gaat branden wanneer
er op het onderwerp scherpgesteld is.
•
De AF-zone 2 wordt afgebeeld rond het gezicht van
het onderwerp door de gezichtsherkenningfunctie. In
andere gevallen wordt deze afgebeeld op het punt op
het onderwerp waarop scherp gesteld is.
Het focusbereik is 5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot ¶.
•
5
De ontspanknop helemaal indrukken (deze
verder indrukken) en maak het beeld.
•
De kaartaanduiding
met het ingebouwde geheugen (of de kaart) worden
gemaakt.
∫ Wanneer u beelden maakt met de flits
∫ Wanneer u beelden maakt m.b.v. de zoom
Aantekening
•
Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
•
De flits of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen.
•
De voorkant van de lens niet aanraken.
Basiskennis
(P19)
wordt rood als er beelden
(P51)
- 36 -
(P42)
A
B
1
2