Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen,
zodat de optimale instellingen voor specifieke composities volledig
automatisch worden geselecteerd.
Zoombalk
Scherpstelbereik
(bij benadering)
52
1
Schakel de camera in.
z
z
Druk op de ON/OFF-knop.
X
X
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2
Open de modus <A>.
z
z
Stel het programmakeuzewiel in
op <A>.
z
z
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
X
X
De pictogrammen die de modus
voor speciale opnamen en de
beeldstabilisatiemodus aanduiden,
worden rechtsboven in het scherm
weergegeven (= 5 7, 58).
X
X
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
3
Kies de compositie.
z
z
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telelens) en om uit te zoomen
duwt u de knop naar <j> (groothoek).
(Op het scherm verschijnt de zoombalk,
die de zoompositie aangeeft.)
z
z
Om snel in of uit te zoomen beweegt u de
zoomknop helemaal naar <i> (telelens)
of <j> (groothoek) en om langzaam in
of uit te zoomen, beweegt u de zoomknop
een beetje in de gewenste richting.
Foto's
Films