3.3 I Inwerkingstelling
• Zorg ervoor dat er zich geen werktuigen of andere vreemde voorwerpen in de machine bevinden,
• Het paneel voor de toegang tot het technische gedeelte moet zijn aangebracht,
• Plaats de kleppen als volgt: B klep wijd open, kleppen A, C, D en E gesloten
• Een onjuiste bypassinstelling kan een storing van de warmtepomp veroorzaken.
• Het correct aanhalen van de hydraulische verbindingen nagaan, en controleren of er geen lekken zijn.
• Controleer de stabiliteit van het apparaat.
• Zet de waterstroom in werking.
• Sluit geleidelijk klep B om de fi lterdruk met 150 g (0,150 bar) te verhogen,
• Volledig open kleppen A, C en D, en vervolgens klep E voor de helft open (opgehoopte lucht in de condensor van de
warmtepomp en het fi ltercircuit wordt afgelaten). Als de kleppen D en E afwezig zijn, open A volledig en klep C voor
de helft .
• Koppel de elektriciteit van de warmtepomp aan:
2 seconden drukken op
• Het starten van het apparaat na een vertraging van maximaal 5 minuten,
• Stel de gewenste temperatuur (ingestelde waarde) in door te drukken op
• Na de inwerkingstelling van van uw warmtepomp, de watercirculati e ti jdelijk stoppen om te controleren dat uw
machine stopt na een paar seconden (vanwege uitschakeling debietcontroller) :
moet knipperen.
10
: waterinlaatklep
: bypassklep
: wateruitlaatklep /
: regelklep waterinlaat (opti oneel)
: regelklep wateruitlaat (opti oneel)
programmaversienummer (verschillende modellen)
waakscherm
startscherm
ingestelde temperatuur
of
.
Het waterdebietlampje