Wanneer het systeem detecteert dat de sonde zich op de
juiste positie bevindt, wordt op het scherm aangegeven
dat de gebruiker de sonde naar links en naar rechts moet
waaieren om de driedimensionale blaasgegevens vast te
leggen
(Fig
3.11). Het waaieren wordt gestart door de
sonde maximaal 45 graden ten opzichte van de verticale
lijn naar links of naar rechts te kantelen en hem
vervolgens in de andere richting terug te kantelen tot
ongeveer 45 graden ten opzichte van de verticale lijn,
zoals afgebeeld in
volle omvang van de blaas scant. Houd bij het waaieren
rekening met het volgende:
Laat de transducer niet over de huid van de patiënt glijden.
Waaier niet te snel. Als leidraad moet een volledige waaierbeweging ongeveer 3- 5 seconden
duren.
Draai de transducer niet.
Plaats de sonde zodanig onder een hoek dat de blaas zich in het midden van het ultrasone
beeld bevindt.
Tijdens de vastlegging wordt de waaierpositie op het
scherm getoond. Wanneer de driedimensionale gegevens
zijn vastgelegd, wordt de scan automatisch voltooid en
wordt het gemeten volume weergegeven
Er wordt een film van de volledige blaasvastlegging
weergegeven.
Correctie van blaasmeting
Corrigeer fouten in de omtrek van de blaas als volgt:
Tik op het pictogram Potlood (
van de omtrek te starten.
Tik op het pictogram Opnieuw markeren potlood (
om de bestaande omtrek te verwijderen en opnieuw te
markeren; of
Raak de blaasomtrek aan om de bestaande omtrek aan te
passen. Er wordt een sleepcirkel weergegeven. Sleep de
omtrek zodat deze overeenkomt met de blaaswand.
Aangepaste omtrekken worden blauw (zie
Voor fijne afstelling zoomt u in om het beeld te
vergroten en past u vervolgens de omtrek aan.
Tik op het pictogram Afspelen
voortgangsmarkering
controleren. Elk beeld in een meting kan zo nodig
worden aangepast.
Als er een blaasomtrek is gemaakt terwijl er geen blaas
aanwezig is, sleept u de voortgangsmarkering
het einde van de blaas, tikt
Einde blaas markeren.
Tik op Bewerken beëindigen om de bewerking
te voltooien.
P004055
Fig
3.11, zodat de ultrasone bundel de
(Fig
) om het bewerken
of sleep de
om andere beelden te
u erop en selecteert u
Gebruiksaanwijzing voor Uscan
Fig 3.10 Transducer positioneren
3.12).
Fig 3.11 Gegevens ophalen
)
Fig
3.13).
naar
Fig 3.12 Gemeten volume
Fig 3.13 Omtrek aanpassen
Pagina | 27