De indelingen van ultrasone schermen bevatten de volgende gebieden:
Patiëntinformatie– hier wordt patiëntinformatie voor het huidige onderzoek weergegeven.
Voorinstelling gebruikt – hier wordt de gebruikte scanvoorinstelling voor het huidige beeld
weergegeven.
Beeldaantekening – hier wordt de aantekening voor het beeld weergegeven.
Beelddatum en -tijd – hier worden de datum en tijd van het beeld weergegeven.
Besturingselementen voor versterking en diepte – hier wordt de versterking (helderheid) of diepte
voor het systeem aangepast.
Oriëntatiemarkering – deze komt overeen met de oriëntatie van de scanknop op de sonde.
Gereed – tik hierop om het onderzoek te beëindigen en op te slaan.
Stilzetten (doorgaan) – tik hierop om scans te starten (doorgaan) en stoppen (stilzetten).
Onderzoekspictogrammen – worden weergegeven naargelang de context van het onderzoek.
Pictogrammen omvatten Help, afdrukken, meten, film, verwijderen en een menu waarmee overige
functies kunnen worden geopend (Aantekeningen, Schermaantekeningen). Tik hierop om de functie
die bij het pictogram hoort, te activeren.
Menu met scanvoorinstellingen – tik hierop om over te schakelen op een andere scanvoorinstelling.
Metingsgebied – gebied voor weergave van schuifmaatmetingen.
Ultrasoon beeld – gebied voor weergave van ultrasone beelden.
Beeldminiatuurweergaven – worden weergegeven voor meerdere beelden in een onderzoek. Tik op
een miniatuurweergave om een beeld te bekijken.
Blaasscanschermen
Tik op Blaasscan in het startscherm om een blaasmeting te starten. Zie
blaasschermen.
P004055
Gebruiksaanwijzing voor Uscan
Fig 2.8
voor indelingen van
Pagina | 21