[OPNAME] functie:
Beelden maken die met de scène die opgenomen
wordt overeenkomen
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde
situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de
gewenste opname.
1
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!].
2
Stel de functieknop in op [¿].
3
Op 3/4/2/1 drukken om het gewenste
scènemenu te kiezen.
•
U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in een
menu-onderdeel door het zoomhendeltje te verplaatsen.
4
Druk op [MENU/SET] om in te stellen.
•
Het menuscherm schakelt over naar het opnamescherm in de
ingestelde scènefunctie.
∫ Over de informatie
•
Als u op [DISPLAY] drukt wanneer u een scènefunctie selecteert in stap
, wordt er uitleg over elke scènefunctie afgebeeld. (Als u opnieuw op
3
[DISPLAY] drukt, keert het scherm terug naar het scènefunctiemenu.)
Aantekening
•
Om de scènefunctie te veranderen, op [MENU/SET] drukken en dan op 1 drukken en
terugkeren naar stap
•
Lees
P56
voor informatie over de sluitertijd.
•
De flitsinstelling van de scènefunctie wordt weer op de begininstelling gezet wanneer de
scènefunctie veranderd wordt.
•
Wanneer u een opname maakt met een scènefunctie dat niet geschikt is voor dat doeleinde,
kan de tint van het beeld verschillen van de werkelijke scène.
•
De volgende items kunnen niet ingesteld worden in de scènefunctie omdat het toestel ze
automatisch op de optimale instelling zet.
–
[SLIMME ISO]/[GEVOELIGHEID]/[ISO-LIMIET INST.]/[MEETFUNCTIE]/[I. EXPOSURE]/
[MULTI BELICHT.]/[KLEUR EFFECT]/[FOTO INST.]/[KORTE SLUITERT.]/[KLEUR-BRACKET]
•
[I. EXPOSURE] wordt automatisch geactiveerd in de volgende scènefuncties.
–
[PORTRET]/[GAVE HUID]/[TRANSFORMEREN]/[ZELFPORTRET]/[LANDSCHAP]/
[SPORT]/[NACHTPORTRET]/[PARTY]/[KAARSLICHT]/[BABY1]/[BABY2]/[ZONSONDERG.]/
[H. GEVOELIGH.]
Gevorderd (Opname van beelden)
¿
(Scènefunctie)
hierboven.
3
- 64 -