Foto's maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODUS]
Opnamemodus:
Scène
Voor doorlopend opnemen op plaatsen met
weinig licht.
[FLITS-
BURST]
Tips
• Te gebruiken binnen de effectieve reikwijdte
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
Duidelijke foto's maken van de sterrenhemel
of van donkere onderwerpen.
• Sluitertijdinstellingen
[STERRENHEMEL]
Tips
• Stel langere sluitertijden in voor donkerdere
• Gebruik altijd een statief.
• Zelfontspanner aanbevolen.
• Beweeg de camera niet totdat het aftellen (zie
48
VQT2P57
(vervolg)
Toepassingen, Tips
Raak een aantal opnamepixels
(beeldverhouding) aan.
Neem uw foto's (Houd de ontspanknop
ingedrukt).
Er worden doorlopend foto's gemaakt zolang
u de ontspanknop ingedrukt houdt.
Aantal achtereenvolgende foto's: Max. 5
van de flitser. (→37)
Max. T: 50 cm en hoger
Raak een sluitertijd (seconden) aan.
Druk op de ontspanknop.
omstandigheden.
hierboven) is voltooid. (Het aftellen voor de
verwerking wordt later opnieuw weergegeven)
• U kunt het aantal
seconden wijzigen
via de snelle
instelmodus.
(→17)
Het aftellen begint
Opmerkingen
• De beeldkwaliteit wordt iets
minder.
• Belangrijke vaste instellingen
[FLITS]:
[FLITS ALTIJD AAN]
[GEVOELIGHEID]: [
(automatisch ingesteld in een
bereik tot 3200)
• De scherpstelling, zoomstand,
belichtingscompensatie, sluitertijd
en ISO-gevoeligheid worden
allemaal vastgesteld op de
waarde voor de eerste foto.
• De sluitertijd wordt 1/30 seconde
tot 1/1600 seconde.
• De volgende functies zijn niet te
gebruiken.
Extra-optische zoom/[DIG.
ZOOM]/[BURSTFUNCTIE]
• Zie voor meer informatie over de
flitser (→36)
• Belangrijke vaste instellingen
[FLITS]:
[GEDWONGEN UIT]
[STABILISATIE]: [OFF]
[GEVOELIGHEID]: ISO80
• De volgende functies zijn niet te
gebruiken.
[BURSTFUNCTIE]/
[BELICHTING]
]