Gedurende de test wordt de batterijspanning met een vooraf ingestelde interval gemeten en
opgeslagen in het logboek.
De test eindigt door één van de onderstaande gebeurtenissen:
-
Ingestelde brandduurtest tijd is bereikt
In dit geval worden alle eerder beschreven actie terug gezet naar de originele status.
-
Laag batterij voltage
In dit geval worden alle eerder beschreven actie terug gezet naar de originele status.
-
Netspanningsuitval of storing
De onderstations keren terug naar de oorspronkelijke status, de OS in Sentara CPS blijven
uit veiligheidsoverweging gevoed vanuit de batterijen.
Het testresultaat kan worden gevonden in het logboek of indien er een storing heeft voorgedaan in
het Statuslogboek.
Automatische brandduurtest
5.2.1
1/CONFIGURATIE 2/Centrale CPS 3/Testen 4/Start/Stop brandduurtest
6/Klik invoer voor de brandduurtest IU/"Automatische brandduurtest Actief"
IU/Maak een keuze Toets/Ok
Het automatisch uitvoeren van de brandduurtest wordt om veiligheid redenen niet standaard vanuit
de fabriek in de Sentara CPS geprogrammeerd. Dit is in lijn met DIN V VDE V 0108-100:2010-01
Sectie 7.3.5 dat beschrijft dat de automatische duurtest niet standaard mag worden ingesteld, dit
omdat het gebruik/status van de installatie van het gebouw onbekend is en een risico voor de
gebruikers kan inhouden. Om toch aan te geven dat de jaarlijkse test noodzakelijk is zal het
Sentara systeem automatisch een melding "Brandduurtest niet uitgevoerd" geven na 1 jaar en 8
dagen geteld vanaf de laatst uitgevoerde brandduurtest.
Automatische programmeren van een brandduurtest gaat vanuit de CONFIGURATIE functie, klik
op "Centrale CPS" in menu niveau 2, "Testen" in het menu niveau 3, "Brandduurtest" in menu
niveau 4 en na het klikken op "Automatische test" in menu niveau 5 wordt de huidige waarde in
niveau 6 weergegeven. Hoor te klikken kunt u de instelling wijzigen tussen "Ja" en "Nee".
De geselecteerde, gewijzigde instelling wordt geaccepteerd na klikken op de "Ok" toets van het
virtuele toetsenbord.
De wijziging in de configuratie is alleen doorgevoerd in de
interface van de Sentara Software op de mobile 2.
Om deze wijziging effectief te laten worden voor het
systeem dient de configuratie te worden verzonden naar
het corresponderende onderstation. Dit dient te worden
uitgevoerd met de SCHRIJF functie, tevens adviseren wij
om vervolgens de wijziging op te slaan met de hulp van de
Volg voor deze toepassing a.u.b. de stappen zoals
beschreven in de secties 4.1.2 en 4.1.3.
96
VanLien noodverlichting
BESTAND OPSLAAN functie.
460.01.NL.03 December 2013