Als u bijvoorbeeld de benaming van onderstation 1 (OS 1) van bijvoorbeeld de vorige afbeelding
(Figuur 3.12), dan kunt u dit als volgt doen:
Menu niveau 2
In menu niveau 2, selecteer de groep "Onderstation" 2/Onderstation.
Selecteer het gewenste onderstation in de navigatie balk N/Selecteer onderstation.
In menu niveau 4, klik op het veld naast "Locatie referentie" 4/Locatie referentie
De invoerveld wordt nu getoond in het In-en Uitvoer venster. Dit veld bevat de huidige
naam/waarde. Deze gegevens kunnen nu met behulp van het virtuele toetsenbord worden
overschreven/gewijzigd.
IU/Voor referentie in.
De invoer wordt verwerkt nadat er op de toets "OK" Toets/OK is gedrukt. Het onderstation 1 wordt
nu weergegeven met de aangepaste referentie.
460.01.NL.03 December 2013
Menu niveau 3
Menu niveau 4
Handleiding
Figuur 3.13:
Scherm voor INFO
functie
Figuur 3.14: Venster
met In- en uitvoer
en virtuele
toetsenbord
25