Inhoudsopgave
Advertenties
6.3
Onderstation Sentara OS
De onderstationmodule Sentara OS wordt gebruikt voor het controleren van de vluchtweg en
signalisatie armaturen. De communicatie tussen het onderstation en armaturen gaat via de groep,
communicatie met de Sentara CPS en overige componenten gaat via de BUS lijn.
Het onderstation Sentara OS wordt gewoonlijk gevoed vanuit twee verschillende bronnen:
1. Voeding vanuit de locale verdeler, 230 VAC 50-60Hz (AC ingang)
2. Voeding vanuit de Sentara CPS, 230 VAC 50-60Hz of 220 VDC (UC ingang, UC = "Universal
Current", dit kan zowel AC als DC zijn).
Sentara OS bepaald automatisch welke bron wordt gebruikt. Gewoonlijk is de voeding van de
locale verdeler (AC) preferent, deze bron wordt ook bewaakt. Bij een netspanningsuitval op de AC
bron schakelt het Sentara onderstation over naar de UC voeding, een melding "Netvoedings uitval"
wordt nu in het (Status)logboek opgeslagen. Alle op dit onderstation aangesloten
noodverlichtingsarmaturen worden nu ingeschakeld. Indien de AC ingang niet wordt gebruikt kan
deze preferent schakeling via de software worden uitgeschakeld.
Maximaal vermogen van de Sentara OS is 1500 W, dit vermogen is verdeeld over twee groepen
die ieder met maximaal 750 W kunnen worden belast. Iedere groep kan maximaal 40
geadresseerde armaturen bewaken. Indien gewenst kunnen de twee groepen tot één worden
samengevoegd, het maximaal vermogen is dan 1320 W.
Beide groepen worden via een schakeling tegelijk omgeschakeld naar één van de twee voedingen
of uitgeschakeld.
Er vind in parallel modus geen omschakeling plaats, in dat geval wordt de OS module altijd via de
UC bekabeling vanuit de Sentara CPS gevoed.
Maximaal 240 modules (Sentara OS) kunnen op één Sentara systeem worden aangesloten.
460.01.NL.03 December 2013
Handleiding
Figuur 6.3: Onderstation Sentara OS
105
Advertenties
Inhoudsopgave
