De opnamemodus starten
■ De modus Scène gebruiken
Gebruik dit menu om op eenvoudige wijze de optimale instellingen te
configureren voor een reeks verschillende
opnamesituaties.
1. Selecteer de modus Scène door op de M-knop
(Modus) te drukken (p.26).
2. Wijs met de camera in de richting van het
onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken
met behulp van het LCD-scherm.
3. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
※ Hieronder worden de beschikbare scènemodi aangegeven.
[NACHT] (
)
: Deze modus kunt u gebruiken voor het maken van
opnamen 's nachts of onder andere donkere
omstandigheden.
[PORTRET] (
)
: Een foto maken van een persoon.
[KINDEREN] (
)
: Maak een foto van bewegende kinderen.
[LANDSCHAP] (
) : Scène met groene bossen of blauwe lucht. Opname
met landschap op de achtergrond.
[CLOSE-UP] (
)
: Opname van dichtbij van kleine voorwerpen zoals
planten en insecten.
[TEKST] (
)
: Gebruik deze modus om een opname van een
document te maken.
[ZON ONDER] (
) : Opname van de ondergaande zon
[DAGERAAD] (
) : Scènes bij dageraad.
[TEGNLICHT] (
) : Opname zonder schaduwen die worden veroorzaakt
door tegenlicht.
[VUURWERK] (
) : Opnamen van vuurwerk.
[STRND&SNE] (
) : Opnamen van zee, meer of strand of voor opnamen
in de sneeuw.
■ Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt.
Druk lichtjes op de sluiterknop om de scherpte-instelling en de batterijlading voor
de flitser te bevestigen. Druk de sluiterknop helemaal in om de opname te maken.
[Modus SCÈNE]
■ De beschikbare opnametijd kan variëren, afhankelijk van opnamecondities en
camera-instellingen.
■ Als de flitser is uitgeschakeld of de modus Langzame synchronisatie is
ingeschakeld bij weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het
trillen van de camera (
u een statief gebruiken, de camera op een stabiel oppervlak plaatsen of de flitser
inschakelen.
■ Opname met tegenlichtcorrectie :
Wanneer u buitenshuis opnames maakt, kunt u beter niet tegen de zon in
fotograferen omdat de foto anders te donker kan zijn vanwege het tegenlicht. Als
u een opname wilt maken tegen de zon in, gebruikt u de instelling [TEGNLICHT]
in de scènemodus (zie pagina 19), steunflits (zie pagina 23), spotmeting (zie
pagina 35), of belichtingscorrectie (zie pagina 37).
■ Zorg dat de lens of de flitser niet worden geblokkeerd tijdens het nemen van een foto.
■ Stel de opname samen met behulp van het LCD-scherm.
■ Onder bepaalde omstandigheden bestaat de kans dat het systeem voor
scherpteregeling niet werkt zoals verwacht.
- Bij het fotograferen van een onderwerp met weinig contrast.
- Als het onderwerp sterk reflecteert of glanst.
- Als het onderwerp met hoge snelheid beweegt.
- Als er sprake is sterke lichtweerkaatsing of als de achtergrond helverlicht is.
- Bij een onderwerp met alleen horizontale lijnen of een heel smal onderwerp
(zoals een stok of een vlaggenmast).
- Als de omgeving donker is.
Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
[Lichtjes op de sluiterknop drukken]
) weergegeven op het LCD-scherm. In dat geval kunt
[De sluiterknop indrukken]
[19]