De cruise control stelt zichzelf buiten bedrijf, wanneer elektrische aansluitingen onderbroken
zijn of wanneer het remlicht defect is. De elektronische module en het vacu m-servo-apparaat
bevatten talrijke beveiligingen ter waarborging. Mochten een of meerdere onderdelen uitval-
len, dan schakelt de cruise control zichzelf automatisch uit.
15.0 PROEFRIT EN INSTELLINGEN
Uw cruise control is al in de fabriek vooraf ingesteld. Indien de cruise control volgens de
voorschriften geïnstalleerd is, zou deze in de meeste voertuigen naar tevredenheid moeten
functioneren. Voer, om te bepalen of er iets aan de instellingen veranderd moet worden, op de
volgende wijze een proefrit uit:
1. Schakel MAGIC SPEED door eenmalig aantippen van de AAN/ UIT-schakelaar in. De
LED licht op.
2. Druk de 'SET'-toets in en verhoog door indrukken van het gaspedaal langzaam de snel-
heid van 40 naar 50 km/u. De cruise control moet tussen 40 en 50 km/u de controle
overnemen. Dat is de minimale gebruikssnelheid. Hierbij knippert de LED van het bestu-
ringsapparaat ca. 1 keer per seconde. Neemt de cruise control de snelheid tussen 40 en
50 km/u niet over, maar pas bij hogere snelheid, dan moeten meer magneten worden
gemonteerd. Mocht de cruise control al bij een snelheid lager dan 40 km/u de snelheid
overnemen, maar boven 80-120 km/u al niet meer functioneren en de LED in de bestu-
ringsapparatuur sneller dan 1 keer per seconde knipperen, dan moet u de zwarte draad-
lussen aan de elektronicamodule doorsnijden. Hierdoor wijzigt u het aantal pulsen van
1.250 pulsen/km in 8.000 pulsen/km.
3. Voer de snelheid van uw voertuig op naar 80 km/u. Druk op de 'SET'- toets en laat lang-
zaam het gaspedaal omhoog komen. De cruise control moet de controle soepel over-
nemen en de snelheid van uw voertuig constant houden.
Indien de wagen bij gebruik van de cruise control snelheid verliest of te langzaam
-
reageert, verhoogt u de gevoeligheidsinstelling door het verschuiven van de schakelaar op
de elektronicamodule naar positie 'H' = hoge gevoeligheid (zie K 4). Schakel voordien
het contact uit en trap kort het rempedaal in, zodat de in de elektronicamodule opgeslagen
data worden gewist.
-
Neemt de snelheid van de wagen bij gebruik van de cruise control toe of werkt deze te
schokkerig, verminder dan de gevoeligheidsinstelling door het verschuiven van de
schakelaar op de elektronicamodule naar positie 'L' = lage gevoeligheid (zie K 4).
Schakel voordien het contact uit en trap kort het rempedaal in, zodat de in de elektronica-
module opgeslagen data worden gewist.
17