3. Algemene functies
■ Opbellen
1. Open de telefoon en toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een
onjuist teken intoetst, kunt u op
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op
internationale prefix (het +-teken vervangt de internationale toegangscode)
en toetst u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het
telefoonnummer in.
2. Druk op de gesprekstoets
3. Druk op
of sluit de telefoon om het gesprek te beëindigen of het kiezen te
onderbreken.
Bellen met behulp van de lijst met contacten
Als u wilt zoeken naar een naam of telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in
Contacten, drukt u vanuit de standby-modus op de bladertoets-omlaag. Ga naar
de naam of het telefoonnummer en druk op de gesprekstoets
nummer te bellen.
Snelkeuze
Voordat u snelkeuze kunt gebruiken, moet u een telefoonnummer programmeren
onder een van de snelkeuzetoetsen (van
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Wis
drukken om het teken te verwijderen.
om het nummer te kiezen.
tot
voor het
om het
). Zie
Snelkeuze
in
35