2. Druk in het startscherm op <Start> →
Instellingen → Verbindingen → Wi-Fi.
3. Druk op <Menu> → Wi-Fi inschakelen.
Het toestel geeft alle beschikbare WLAN-
verbindingen weer.
4. Selecteer een netwerkprofiel in de lijst.
Het toestel probeert verbinding met het
WLAN te maken.
5. Selecteer een netwerktype en druk op
<Volgende>.
6. Geef een vooraf gedeelde sleutel voor het
WLAN in en selecteer <Voltooien>.
Een nieuw WLAN instellen
1. Druk in het startscherm op <Start> →
Instellingen → Verbindingen → Wi-Fi.
2. Druk op <Menu> → Toevoegen.
3. Geef een netwerknaam in en configureer
de verbindingsinstellingen.
4. Druk op <Volgende> wanneer u klaar bent.
5. Geef netwerkverificatie-instellingen in en
druk op <Volgende>.
6. Stel de IEEE 802.1x-toegangsoptie en het
EAP-type (extensible authentication
protocol) in (indien nodig).
Bluetooth
U kunt verbinding maken met andere draadloze
Bluetooth-apparaten binnen een afstand van
10 meter. Muren of andere obstakels tussen de
toestellen kunnen de draadloze verbinding
blokkeren of verzwakken.
De draadloze Bluetooth-functie
inschakelen
1. Druk in het startscherm op <Start> →
Instellingen → Verbindingen → Bluetooth
→ Bluetooth.
65