Gebruik een aansluiting met een aardingsklem, die conform de norm NF C 15-100 verplicht moet
worden aangesloten.
De stroomvoorzieningslijn vertrekkend van de teller mag niet kleiner zijn dan 4 mm² per teller.
Zorg ervoor dat, zodra het toestel is geïnstalleerd, de voedingskabel gemakkelijk toegankelijk is.
De installateur moet ervoor zorgen dat de elektrische aansluiting correct is en conform aan de
plaatselijke normen.
- De kabel mag niet worden geplooid of samengedrukt.
- De kabel moet regelmatig worden gecontroleerd en mag alleen door een gekwalificeerde technicus worden
vervangen.
- Het toestel moet worden geïnstalleerd volgens de nationale elektrische normen.
De aansluiting van het gas
Opmerking:
het toestel moet worden aangesloten op een gasinstallatie die overeenkomt met de gassoort
voorzien door de fabrikant. De informatie van de fabrikant betreffende de gassoort die geschikt is
voor het fornuis is vermeld op het identificatieplaatje. Het toestel mag alleen worden geïnstalleerd
door een erkende vakman, die ook als enige is gemachtigd om het toestel aan te passen aan een
andere gassoort.
Opmerking voor de installateur
De installateur moet:
- beschikken over een certificaat van erkende installateur,
- kennis nemen van de informatie vermeld op het identificatieplaatje van het fornuis betreffende de
gassoort waarvoor het fornuis is aangepast en moet deze informatie vergelijken met de lokale
omstandigheden van de gaslevering,
- het volgende controleren:
o of de verluchting voldoende is en nagaan of er voldoende luchtvernieuwing is in de ruimte,
o of de verbindingen met de gasinstallatie dicht is,
o de goede werking van alle functionele elementen van de kookplaat,
o nagaan of de elektrische installatie is voorzien van een aarding.
- de correcte werking van de ontstekingen en het thermokoppel controleren door,
o de stand van de draaiknoppen voor de gastoevoer afstellen,
o de werking van de ontstekers en het thermokoppel controleren, in het geval deze niet correct
werken de draaiknop verwijderen en een schroevendraaier gebruiken om het apparaatje naast de
knopstang bij te stellen,
o eens de instelling uitgevoerd, het geheel goed afschermen met een drukring en de knop
terugplaatsen.
- aan de gebruiker het certificaat overhandigen van de aansluiting van het toestel en de werking ervan
uitleggen.
De verbinding die de gasaansluiting mogelijk maakt op het gasfornuis is een draadstang G1/2.
Aansluiting op een soepele staalleiding
Indien de kooplaat werd geïnstalleerd conform de aanbevelingen van klasse 2, subklasse 1 is het na
aansluiting op de gasinstallatie aanbevolen om uitsluitend een soepele staalleiding te gebruiken die
beantwoordt aan de nationale regelgeving. De verbinding die de gasaansluiting mogelijk maakt op de
kookplaat is een draadstang G1/2.
Uitgang afvoer
achteraan
(aansluiting G ½"
Cilindervormige
draadstang
Overeenkomstig ISO-
228-1
Soepele leiding met
opgeschroefde
koppeling (en reeds
voorziene dichting
14
Uitgang afvoer
achteraan
(aansluiting G ½")
Cilindervormige
draadstang
Overeenkomstig ISO-
228-1
Dichtingsring
Soepele leiding met
koppeling