- De omstandigheden van de ruimte moeten eveneens toelaten om een luchtaanvoer te voorzien
die onmisbaar is voor een correcte gasverbranding. De luchtaanvoer moet ten minste 1m³ per uur
zijn per 1 kW brandervermogen.
- De lucht mag direct van buiten worden aangevoerd via een leiding met een minimale diameter van
100 cm² of vanuit andere lokalen voorzien van een externe luchtcirculatie.
- Indien het apparaat lange tijd aaneengesloten wordt gebruikt, is het nodig om een venster te openen
om de ventilatie te verbeteren.
- Gas in flessen is zwaarder dan lucht en heeft bijgevolg de neiging om dicht tegen de vloer te blijven.
De lokalen waar de gasflessen staan moeten beschikken over een ventilatiesysteem naar buiten om
het gas af te voeren in het geval van een lekkage. Om dezelfde reden mogen lege of halfvolle
gasflessen niet worden geplaatst of bewaard in een kelder. De flessen mogen niet in de buurt van
een ontstekingsbron of een warmtebron worden geplaatst (kachel, schoorsteen, oven...) die een
verhoging van de binnentemperatuur van de fles kunnen veroorzaken tot boven de 50 °C.
Installatie van de plaat
1 - Maak een gat in het werkblad en houd hierbij rekening met de afmetingen die op het schema
hieronder zijn aangeduid. Er moet een minimale ruimte worden gelaten rond het gat. Het werkblad moet
een dikte hebben van minimaal 3 cm (30 mm) en bestaan uit materiaal dat bestand is tegen hoge
temperaturen om aanzienlijke vervormingen door de warmte die door de plaat wordt vrijgegeven te
vermijden, zoals afgebeeld op onderstaande schema's.
Modellen AG2620N / AG2620X
Modellen
AG6650N / AG6650X
700
mm
700
mm
400
mm
12
Model AG3640N / AG3640X
400
mm
400
mm
400
mm