Reiniging en onderhoud
Deurdichting reinigen
Pas op voor beschadiging door
verkeerde reiniging.
De deurdichting kan poreus worden
als deze met olie of vet wordt behan-
deld.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Reinig de deurdichting regelmatig al-
leen met helder water en wrijf de
deurdichting daarna met een doek
grondig droog.
Ventilatieopeningen reinigen
Stof op de onderdelen verhoogt het
energieverbruik.
Reinig de ventilatieopeningen regel-
matig met een borsteltje of een stof-
zuiger (gebruik daarvoor bijv. de
reliëfborstel voor Miele stofzuigers).
72
Na het reinigen
Plaats alle onderdelen terug in het
koelapparaat.
Schakel, indien nodig, het koelappa-
raat weer in.
Als u de reinigingsmodus van de
koelzone heeft geactiveerd:
raak op het bedieningspaneel de sen-
sortoets OK aan.
In het display verschijnt .
Raak OK aan.
Als de reinigingsmodus uitgescha-
keld is, dooft de punt in de bovenhoek
van het display.
Blader met de sensortoetsen en
naar het symbool en raak OK aan.
De koelzone begint weer te koelen.
Schakel de functie SuperFrost een
tijdje in, zodat de diepvrieszone snel
weer koud wordt.
Schakel de functie SuperKoelen
een tijdje in, zodat de koelzone snel
weer koud wordt.
Leg de levensmiddelen in de koelzo-
ne.
Leg de diepvriesproducten terug in
de diepvriesladen en schuif deze
weer in de diepvrieszone, zodra de
temperatuur in deze zone laag ge-
noeg is.
Schakel de functie SuperFrost
weer uit zodra de diepvries een con-
stante temperatuur van -18 °C of la-
ger heeft bereikt.
Sluit de deuren van het apparaat.