Na elke aanspanprocedure van
de ketting moeten de asmoeren
en, bij de terugtraprem, de rem-
steunen juist bevestigd worden.
De ketting mag alleen aange-
spannen worden als de elektri-
sche installatie uitgeschakeld
en de accu verwijderd is. Als de ketting
van uw FLYER eenmaal van het ketting-
blad of rondsel afgevallen is, moet het
elektrische systeem direct uitgescha-
keld en de accu verwijderd worden, al-
vorens u de ketting weer op de ketting-
wielen plaatst.
13. Rem
Remmen
en
veiligheidsrele-
vante onderdelen. Laat de in-
stellingen en onderhoudswerk-
zaamheden alleen uitvoeren door uw
FLYER-dealer. Er mogen alleen origine-
le onderdelen gebruikt worden. Anders
is het mogelijk dat de werking van uw
FLYER beïnvloed wordt of dat er bescha-
digingen ontstaan. Elke wijziging aan de
reminstallatie is ongeoorloofd.
De remwerking van moderne
remmen is zeer sterk. U moet
wennen aan de remwerking van
de nieuwe remmen. Gebruik de remmen
in het begin alleen op gedoseerde wijze.
U moet oefenen met de noodremmen
op een veilig, verkeersvrij terrein, zodat
u uw FLYER ook onder controle kunt
houden als u veel of onverwachts moet
remmen.
Bron: Shimano
Op lange afdalingen dient u niet
doorlopend licht te remmen,
daardoor kunnen de remmen
oververhit raken, waardoor de rem min-
der goed werkt. Rem bij lange en steile
stukken bergafwaarts afwisselend met
beide remmen, zodat de andere rem dan
kan afkoelen. Rem liever kort en krach-
tiger voor bochten of als u te snel gaat.
Daardoor hebben de remmen tussen-
door de tijd om af te koelen. Dan blijft de
remkracht behouden. Zorg er bij lange
afdalingen met regelmatige pauzes voor
dat de remmen voldoende kunnen af-
koelen. Raak de remmen na het rijden
minstens 30 minuten niet aan, ze kun-
nen namelijk erg heet worden.
Als uitzondering geldt alleen het rijden op
een gladde ondergrond, vooral bij zand en
gladheid. Dan moet u heel voorzichtig en
voornamelijk met de achterrem remmen.
Anders bestaat de kans dat het voorwiel
zijdelings wegglijdt en u valt.
®
techdocs
29