Als u rijdt met een op ondeug-
delijke wijze ingebouwd wiel,
kan het wiel bewegen of los-
schieten van het voertuig. Dit kan leiden
tot schade aan het voertuig en ernstige
of levensgevaarlijke verwondingen van
de berijder. Daarom is het belangrijk dat
u de volgende instructies in acht neemt:
Let erop dat de assen, de uitvaleindes
en de snelspanmechanismes schoon en
vrij van vuil en viezigheid zijn. Let erop
dat deze altijd goed gesloten zijn.
Laat in geval van twijfel uw fiets contro-
leren door uw FLYER-dealer.
Controleer de stevige positie van
alle snelspanners en steekas-
sen, ook als de FLYER slechts
kort zonder toezicht werd gelaten.
Rijd alleen als alle snelspanners goed
gesloten zijn.
9.2 Instellen zitpositie
Om de FLYER veilig en comfortabel te kunnen
gebruiken, moet u het zadel, het stuur en de
voorvork laten instellen op uw lichaamsafme-
tingen en de gewenste zitpositie.
Laat werkzaamheden aan het
stuur en de stuurpen alleen uit-
voeren door de FLYER-dealer.
Deze zijn veiligheidsrelevante onderde-
len; foutieve werkzaamheden en ver-
keerd gereedschap kunnen leiden tot
zware ongevallen.
Zadel en stuurpen kunnen met
schroefverbindingen of snel-
spanners bevestigd zijn. Draai
schroefverbindingen altijd met het juiste
aanhaalmoment aan, zie hoofdstuk 21.2.
Zadelhoogte
Om de trapkracht goed over te brengen op de
pedalen, moet uw zadel op de juiste manier
ingesteld zijn.
Het is ideaal als u op de FLYER zit en uw voet
bij loodrechte krukaspositie zonder schoen
met de hiel op het laagste pedaal kunt zetten.
Hoek arm-bovenlichaam 90°
Het onderste been dient gestrekt te zijn. Als
dat niet het geval is, stap dan af en verstel het
zadel in de juiste richting en probeer het op-
nieuw.
Let erop dat de snelspanner na het aanpassen
weer helemaal gesloten wordt!
21