3.2 MASTER/SLAVE-Techniek
De basisuitvoering voor spoelmaatregelen omvat de KHS-Master-besturingsunit met een spoelventiel. Deze MASTER-
besturingsunit dient als aansturing van het spoelventiel en signaalbeoordeling.
Door de geïntegreerde CAN-bus-techniek in de -MASTER- kunnen additioneel tot 31 SLAVE-besturingsunits direct via de
MASTER aangestuurd worden. Op deze manier kunnen in gebouwen tot 32 KHS-spoelgroepen (spoelventiel,
temperatuursensor en flowsensor, overloopbewaking) middels de MASTER/SLAVE-techniek aangesloten worden. De
volgorde van de MASTER/SLAVE-besturing kan naar believen ingesteld worden. De -MASTER- kan als eerste
besturingsunit, maar ook tussen de SLAVE-besturingsunits geplaatst worden.
Voorbeeld 1: Volgorde-varianten voor MASTER/SLAVE besturingen
Master 1
120 Ω
Slave 1
120 Ω
Master 1
120 Ω
Instructie betreffende 120 Ω eindweerstand
De volgorde van de MASTER/SLAVE units in de CAN-bus-keten kan willekeurig gekozen worden. Belangrijk: de 120 Ω
eindweerstand kan en moet alleen in de eerste en de laatste unit ingebouwd zijn.
De besturingsunits moeten in serie geschakeld zijn. Aftakkingen of sterschakelingen zijn niet mogelijk!
Slave 1
1 Master
1 Slave
120 Ω
Slave 2
Master 1
120 Ω
Slave 1
Slave 2
- 4 -
2 Slaves
1 Master (hier: Master 1 zonder 120 Ω eindweerstand)
Let op: bij besturingsunits die niet aan
het eind geplaatst worden moet de
120 Ω eindweerstand verwijderd
worden! Werkt anders niet!
1 Master
Slave 3
3 Slaves (hier: Slave 1 en
120 Ω
2 zonder 120 Ω eindweerstand)