g) Kleurenpalet instellen
Door het instellen van het kleurenpalet kunt u het weergavecontrast optimaal
selecteren voor uw meettoepassing. Er staan drie kleurenpaletten ter beschik-
king.
IJzer-pallet
Typische kleurenpalet voor warmtebeeldtoepassingen. De koele plaatsen
worden donker weergegeven en gaan van rood naar wit voor de hete plaat-
sen.
Regenboog-pallet
De koele plaatsen worden donker weergegeven en gaan in de regenboogmo-
dus van de felle kleuren naar wit voor de hete plaatsen.
Grijs-pallet
De koele plaatsen worden zwart weergegeven en worden helderder in het grijze gebied voor de hete plaatsen. Hier
is de contrastverhouding van koud naar warm het grootst.
Grijs/rode palet (heet)
Markeert de hoge temperaturen, die worden weergegeven als rood of oranje
Blauw/grijs palet (koud)
Markeert de lage temperaturen, die worden weergegeven als blauw.
Ga als volgt te werk om het kleurenpalet in te stellen:
• Druk op de knop "SET" om het instellingenmenu te openen.
• Gebruik de cursorknoppen om het symbool "kleurenpalet" te selecteren en bevestig de selectie met de knop "SET".
• Gebruik de cursorknoppen om de bijbehorende parameters te selecteren. Het geselecteerde bereik wordt met
kleuren gemarkeerd.
• Bevestig de selectie met de knop "SET". Een gele punt markeert de instelling.
• Om het menu te verlaten, drukt u telkens op de knop "Terug".
17