b) Bedieningspaneel
Het bedienen en instellen van het meetapparaat geschiedt met behulp van diverse knoppen. De knoppen hebben de
volgende functies:
10
Knop aan/uit (3)
Om het apparaat aan of uit te schakelen, moet de knop gedurende ong. 2 seconden
worden ingedrukt.
Een automatische uitschakeling kan vooraf worden ingesteld in het menu. Het appa-
raat schakelt vervolgens automatisch uit na een vooraf ingestelde tijd.
Knop SET (2)
De knop Set opent het instellingenmenu. In het instellingsmenu wordt deze knop
gebruikt als een bevestigingsknop (Enter).
In het instellingenmenu kan het menu worden verlaten met de knop "Terug".
Knop Terug (1)
De knop "Terug" maakt het mogelijk om terug te keren naar het vorige menu-item. In
het hoofdmenu zal het drukken op deze knop het menu beëindigen.
Cursorknoppen (4/8)
Met de twee cursorknoppen "pijl links" en "pijl rechts" gebeurt de selectie van de
menu-items en de parameters in het instellingenmenu.