c) Aanduidingen en symbolen op het display
De volgende symbolen en aanduidingen zijn op het display beschikbaar.
1
-symbool wordt gebruikt om het temperaturalarm in te schakelen.
"High"-optie wordt gebruikt om het hoge temperatuuralarm in te schakelen.
"Low"-optie wordt gebruikt om het lage temperatuuralarm in te schakelen.
2 Symbool "Vizier" voor het instellen van de temperatuurmarkeringen in het warmtebeeld
3 Pictogram voor het instellen van de kleurenpaletten
4 Symbool "Beeldgalerij" voor de beeldreproductie van de opgeslagen warmtebeelden
5 Symbool voor de systeeminstellingen
6 Weergave emissiegraad
7 Datumaanduiding
8 Tijdweergave
9 Temperatuurschaal met de laagste meetwaarde en daarover liggende kleurverdeling
10 Markering voor spotmeetpunt (waardeindicatie nr. 14)
11 Markering "L" voor minimale waarde
12 Markering "H" voor maximale waarde
13 Temperatuurschaal met de hoogste meetwaarde
14 Temperatuurweergave van de spotmeting in het middelpunt van de afbeelding
15 Acculading-indicator
11