2
Wijzig de tekstinvoerstand.
3
Geef tekst in door de gewenste virtuele toetsen te selecteren
of op het scherm te schrijven.
Wanneer u tekst invoert met het toetsenblok, kunt u de
volgende standen gebruiken:
Stand
Functie
Selecteer een toepasselijke virtuele toets totdat
ABC
het gewenste teken wordt weergegeven.
1.
Selecteer de toepasselijke virtuele toetsen
om een heel woord in te voeren.
2.
Als het woord juist wordt weergegeven,
selecteert u
voegen. Als het juiste woord niet wordt
weergegeven, selecteert u een alternatief in
T9
de lijst die verschijnt of selecteert u
U kunt het woord toevoegen aan het
woordenboek van T9 door Woord
toevoegen te selecteren onder aan de
lijst met alternatieve woorden.
om een spatie in te
.
Stand
Functie
Selecteer een toepasselijke virtuele toets om
een cijfer in te voeren.
Cijfer
U kunt cijfers ingeven door in de ABC- of
T9-stand een virtuele toets aangeraakt
te houden.
◄
1.
Selecteer
symboolset te bladeren.
Symbool
2.
Selecteer een toepasselijke virtuele toets om
een symbool in te voeren.
►
of
om naar de gewenste
Aan de slag
27