Instrumentconfiguratie; Niveaumeetmodus - Endress+Hauser Deltapilot S FMB70 Beknopte Handleiding
Hydrostatische niveaumeting
Verberg thumbnails
Zie ook voor Deltapilot S FMB70:
- Handleiding (44 pagina's) ,
- Beknopte handleiding (25 pagina's) ,
- Bedieningsvoorschrift (156 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfname
8.3
Instrumentconfiguratie
8.3.1
Niveaumeetmodus
Wanneer geen lokaal display is aangesloten, zijn de volgende functies mogelijk via de drie
toetsen op de elektronicamodule of extern op het instrument:
• Positie-instelling (nulpuntscorrectie)
• Toekenning van de onderste en bovenste drukwaarde aan de onderste en bovenste
niveauwaarde
• Instrument reset
• De toetsen en hebben alleen een functie in de volgende situaties (bij andere
instellingen is geen functie toegekend aan de toetsen.):
• LEVEL SELECTION "Level easy pressure", CALIBRATION MODE "Wet"
• LEVEL SELECTION "Level standard", LEVEL MODE "Linear", CALIBRATION MODE "Wet"
• Het instrument is standaard geconfigureerd voor de "Level"-meetmodus. U kunt de
meetmodus via de parameter MEASURING MODE veranderen. Zie bedieningshandleiding.
De volgende parameters zijn in de fabriek ingesteld op de volgende waarden. De parameters
kunnen alleen worden veranderd via het lokale display of een afstandsbediening, zoals
FieldCare.
• LEVEL SELECTION: Level easy pressure
• CALIBRATION MODE: Wet
• OUTPUT UNIT of LIN. MEASURAND: %
• EMPTY CALIB.: 0.0
• FULL CALIB.: 100.0.
• SET LRV: 0.0 (komt overeen met 4 mA waarde)
• SET URV: 100.0 (komt overeen met 20 mA waarde) SET URV: 100.0 (komt overeen met
20 mA waarde)
• De bediening moet zijn vrijgegeven.
• De actieve druk moet binnen de nominale drukgrenswaarden van de sensor liggen. Zie de
informatie op de typeplaat.
• LEVEL SELECTION, CALIBRATION MODE, LEVEL MODE, EMPTY CALIB., FULL CALIB., SET
LRV en SET URV zijn parameternamen die worden gebruikt voor het lokale display of een
afstandsbediening, zoals FieldCare.
WAARSCHUWING
L
Veranderen van de meetmodus kan invloed hebben op de kalibratiegegevens!
Dit kan productoverstroming tot gevolg hebben.
‣
Controleer de kalibratiegegevens als de meetmodus is veranderd.
Voer een positie-instelling uit
1.
Waarborg dat druk actief is op het instrument. Let daarbij op de nominale
drukgrenswaarden van de sensor.
2.
Druk op de toets gedurende minimaal 3 s.
De led op de elektronicamodule gaat kort branden.
De actieve druk voor positie-instelling is geaccepteerd.
18
Deltapilot S FMB70
Endress+Hauser
Advertenties
Inhoudsopgave
