Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Trotec BB20 Bedieningshandleiding pagina 9

Laagdiktemeetapparaat
Verberg thumbnails Zie ook voor BB20:
Inhoudsopgave

Advertenties

Methode B
1. Een nulkalibratie met ca. 10 metingen uitvoeren bij een
niet afgewerkt monster.
2. Daarna een foliekalibratie uitvoeren bij het niet afgewerkte
monster.
3. Deze kalibratie uitvoeren met verschillende folies met een
maximale dikte van 50 μm. Deze moeten samen ongeveer
net zo dik zijn als de geschatte laagdikte.
ð De laagdikte kan worden afgelezen.
Methode C
1. De stappen voor de tweepunts-kalibratie met twee folies
uitvoeren zoals beschreven.
2. Gebruik meerdere 50 μm dikke folies, om zo dicht mogelijk
in de buurt te komen van het eigenlijke oppervlak.
ð De laagdikte kan worden afgelezen.
Algemene meetaanwijzingen
Bij een zorgvuldig uitgevoerde kalibratie ligt de meetwaarde
binnen de gegarandeerde meettolerantie. Foutieve
meetwaarden kunnen in het menu worden gewist. De laatste
waarde stamt uit de statistische berekening en de
gegarandeerde tolerantiegrenzen van de meetwaarden.
Sterke magnetische velden of stroomvelden kunnen de
meetwaarden beïnvloeden.
De meetstift moet voor elke kalibratie vrij van verontreinigingen
zijn.
Wacht na elke meting min. 4 seconden, voordat u de volgende
meting uitvoert, omdat het apparaat anders niet reageert op een
te snelle meetprocedure.
Functies wissen
Voor het wissen van meetwaarden, in het menu het punt Delete
kiezen en daarna selecteren welke meetwaarden u wilt wissen.
• Current Data
Wist de laatste meetwaarde.
• All Data
Alle gegevens kunnen in de betreffende bedrijfsmodus
worden gewist.
• Group Data
Betekent Alle gegevens wissen. Bovendien worden de
grenswaarden, evenals de eenpunts- en tweepunts-
kalibratiewaarden gewist.
NL
Grenswaardefunctie (Limit)
Grenswaarden kunnen via de Limit-functie worden ingevoerd.
Ze kunnen voor, tijdens en na een meetreeks worden ingevoerd.
1. Druk op de toets rood (9), om in het menu te komen.
2. Kies het menupunt Limit en daarna Limit setting.
ð Met de toetsen
de bovenste grenswaarde vastleggen en bij Low limit de
onderste.
Elke meetwaarde, die buiten de vastgelegde tolerantiegrenzen
ligt, wordt als volgt gesignaleerd op het display:
H: Meetwaarde ligt boven de bovenste grenswaarde.
L: Meetwaarde ligt onder de onderste grenswaarde.
Metingen met statistieken
Het apparaat kan op basis van 80 metingen statistieken
berekenen. In totaal kunnen 400 meetwaarden worden
opgeslagen.
In de directe modus worden geen meetwaarden opgeslagen,
toch kunnen statistieken worden berekend.
Wordt gewisseld tussen de verschillende bedrijfsmodi of wordt
het apparaat uitgeschakeld, worden de statistieken uit de
directe modus gewist.
De volgende statistische waarden worden berekend:
• NO.: Aantal meetwaarden in de bedrijfsmodus
• AVG: Gemiddelde waarde
• Sdev.: Standaardafwijking
• MAX: Maximale waarde
• MIN: Minimale waarde
Geheugenplaats bezet
Is de geheugenplaats in de groepenmodus bezet, worden de
statistieken niet bijgewerkt. Er kunnen echter nog steeds
metingen worden uitgevoerd. Deze worden niet meer in de
statistiek opgenomen.
In de individuele meetmodus verschijnt de melding FULL op het
display.
Is de geheugenplaats in de directe modus bezet, worden de
oude metingen vervangen door nieuwe metingen en worden de
statistieken bijgewerkt.
laagdiktemeetapparaat BB20
 (3) en
 (8) kunt u bij High limit
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave