Naam
MEMORY
Beeldscherm
4
[MEMORY EDIT] knop
[SYSTEM] knop
[
] /[
] knoppen
[MEMORY/Waarde] knob
[WRITE] knop
[EXIT] knop
INPUT LEVEL
[AUX] knob
[INST] knob
5
[MIC] knob
PEAK indicator
LOOP FX
[LOOP FX] knop
LOOP FX indicators
6
[LOOP FX] pedaal
[EXP 1] pedaal
(Expression 1 pedaal)
ALL START/STOP
7
[ALL START/STOP] pedaal
TRACK 1–3 pedalen
REC (red) indicators
PLAY (green) indicators
[REC/DUB/PLAY] pedalen
8
[STOP] pedalen
Uitleg
Dit geeft het huidige Phrase geheugen nummer aan of diverse andere informatie.
De volgende informatie wordt in het Play scherm getoond, dat het hoofdscherm van de RC-300 is.
Nummer van Phrase geheugen
Naam van Phrase geheugen
INIT MEMORY
Niveaumeters van elke track
Druk op deze knop om instellingen voor het Phrase geheugen te maken.
Druk op deze knop om de systeeminstellingen te bewerken.
Gebruik deze knoppen om de parameters, die in het scherm worden getoond, te selecteren.
In het Play scherm gebruikt u deze knop om het gewenste Phrase geheugen te selecteren.
In bewerkingsschermen gebruikt u deze knop om de waarde te bewerken.
Druk hierop om het Phrase geheugen op te slaan.
Druk op deze knop om een bewerkingsscherm te verlaten en naar het Play scherm terug te keren. U kunt deze knop
ook indrukken om een handeling te annuleren.
Dit past het ingangsniveau van de INPUT (AUX, INST, MIC) Jacks aan.
Past elke [INPUT LEVEL] knop aan, zodat de PEAK indicator slechts af en toe oplicht, als het niveau van de invoer op
zijn hoogst is.
Gebruik deze knop om de LOOP FX instellingen te bewerken.
De indicator van de categorie van de op dat moment geselecteerde LOOP FX is verlicht.
Zet LOOP FX aan/uit.
MEMO
Als u het [LOOP FX] pedaal twee seconden of langer ingedrukt houdt, kunt u het Track 1 pedaal gebruiken om
een Phrase geheugen te selecteren, en het TRACK 3 pedaal gebruiken om het LOOP FX type te selecteren. Voor
details kijkt u bij 'De pedalen gebruiken om Phrase geheugens of LOOP FX te selecteren (Pedal Functions modus)'
(p.10).
[LOOP FX] aan/uit is niet de enige functie die aan het [LOOP FX] pedaal toegewezen kan worden (p.23).
Regelt de LOOP FX volgens de mate waarin u het pedaal indrukt.
U kunt de werking van het [EXP 1] pedaal voor elk Phrase geheugen onafhankelijk instellen. Voor details, zie 'De
functie van pedalen en externe controllers toewijzen (Assign)' (p.23).
Speelt/stopt alle tracks tegelijkertijd.
Licht op tijdens opname.
Licht op tijdens afspelen.
Tijdens overdubben zijn zowel de REC (rood) als de PLAY (groen) indicators verlicht.
Als de track leeg is: opnemen g overdubben g afspelen
Schakelt het apparaat tussen
opnemen/overdubben/afspelen
Als de track data bevat: afspelen g overdubben
Tijdens het afspelen of overdubben houdt u het [REC/DUB/PLAY] pedaal twee
seconden of langer ingedrukt om Undo uit te voeren (de opname van de meest
recente overdub ongedaan te maken).
Undo/Redo
Om een Redo uit te voeren, drukt u het pedaal opnieuw twee seconden of lan-
ger in (de klank die geëlimineerd was, wordt hersteld).
Stop
Stopt de track die op dat moment wordt opgenomen/overgedubt/afgespeeld.
Druk herhaaldelijk op de [STOP] knop om het tempo van het Phrase geheugen in
Tap Tempo
te stellen op de timing waarop u de knop indrukte.
Om de track te wissen, houdt u het [STOP] pedaal minimaal twee seconden
Track Clear
ingedrukt.
Paneelbeschrijvingen
Pag .
p. 10
p. 20
p. 32
p. 9
p. 10
p. 9
p. 14
p. 9
p. 6
p. 28
p. 11
p. 10
p. 10
p. 12
p. 11
p. 21
p. 12
5