Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Functie Van Pedalen En Externe Controllers Toewijzen (Assign); Toewijzingen 1-8 Inschakelen (Assign Switch); Het Toewijzingsdoel Specificeren (Assign Target); De Doelreeks Specificeren (Target Range) - Boss RC-300 LOOP STATION Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De functie van pedalen en externe controllers toewijzen (Assign)

Voor ieder Phrase geheugen kunt u de functie van de RC-300 pedalen en andere aangesloten externe pedalen (EXP
pedalen, voetschakelaars: p.24) toewijzen. U kunt ook toewijzingen maken voor Control Change boodschappen die van een
extern MIDI-apparaat worden ontvangen (bijv: FC-300). Voor elk Phrase geheugen kunt u acht verschillende toewijzingen
creëren (toewijzingnummers 1-8), die de parameter die door elke controller wordt bestuurd specificeert.
Parameter
Assign1 Switch
Assign1 Target
EFFECT CONTROL
Assign1TargetMin
Assign1TargetMax
Assign1 Source
EXP1 PEDAL
Waarde
Uitleg

Toewijzingen 1-8 inschakelen (Assign Switch)

ON
Hier kunt u specificeren of toewijzingen worden gebruikt.
OFF
De toewijzing wordt niet gebruikt.
ON
De toewijzing wordt gebruikt.

Het toewijzingsdoel specificeren (Assign Target)

Hier kunt u het toewijzingsdoel kiezen. Naast de volgende toewijzingsdoelen kunt u ook een track, ritme of LOOP
FX parameter als het toewijzingsdoel specificeren. Voor details over de parameters raadpleegt u de uitleg van elke
parameter in deze handleiding.
* Sommige parameters kunnen tijdens de uitvoering niet bestuurd worden.
Door het pedaal een aantal malen achter elkaar in te drukken, kan het Phrase geheugen
MEM Tempo(TAP)
tempo zo ingesteld worden dat het met de timing, waarmee u het pedaal indrukte, over-
eenkomt.
EFFECT CONTROL
Past een effect dat geschikt is voor het geselecteerde LOOP FX type toe.
MEMORY INC
Schakelt het Phrase geheugen.
MEMORY DEC
LOOP FX ON/OFF
Schakelt de LOOP FX aan/uit.
FX TYPE INC
Schakelt het LOOP FX type.
FX TYPE DEC
Hiermee kunt u de laatste opname of overdubbing van een track ongedaan maken (Undo)
UNDO/REDO
of overnieuw uitvoeren (Redo) (p.12).
TR1–3 UNDO/REDO
Hiermee kan Undo/Redo op een specifieke track worden toegepast (p.12).
TR1–3 PLAY/STOP
Hiermee kan een specifieke track gespeeld of gestopt worden.
ALL PLAY/STOP
Hiermee kunnen alle tracks gelijktijdig gespeeld.gestopt worden.
TRACK1–3 CLEAR
Wist de track (p.12).
INPUT MASTER LEV
Past het ingangsniveau van de INPUT (AUX, INST, MIC) Jacks aan.
INPUT MIC SWITCH
Schakelt de INPUT MIC Jack in/uit.
CC#1–#31, CC#64–#95 Verzendt de hier gespecificeerde Control Change boodschap via de MIDI OUT-aansluiting.

De doelreeks specificeren (Target Range)

0
Hier kunt u de reeks specificeren waarbinnen de parameter bestuurd kan worden. De waarde is afhankelijk van de
parameter die als het doel is toegewezen (Assign Target).
100

De controller specificeren (Assign Source)

Hier kunt u de controller (bron) die het doel bestuurt specificeren.
EXP1 PEDAL
Het RC-300 [EXP 1] pedaal.
Het RC-300 [LOOP FX] pedaal.
* Het [LOOP FX] pedaal schakelt de LOOP FX in/uit. Als u het [LOOP FX] pedaal niet wilt
LOOP FX PEDAL
CTL1–4 PEDAL
Een voetschakelaar 1-4 die op de CTL/EXP Jacks is aangesloten (p.24).
EXP2–3 PEDAL
Een EXP pedaal 2-3 dat op de CTL/EXP Jacks is aangesloten (p.24).
TRACK1–3 REC/DUB
Het begin van de opname/overdub getriggerd door het track 1-3 [REC/DUB/PLAY] pedaal.
TRACK1–3 PLAY
Het begin van het afspelen getriggerd door het track 1-3 [REC/DUB/PLAY] pedaal.
SYNC START/STOP
ALL START/STOP boodschappen van het Master RC-300 apparaat (p.39).
CC#1–#31, CC#64–#95 Control Change boodschappen (1-31, 64-95) van een extern MIDI-apparaat.
Instellingen voor het Phrase geheugen
gebruiken om de LOOP FX in/uit te schakelen, kiest u 'ASSIGN' als de instelling voor 'De
werking van het [LOOP FX] pedaal specificeren' (p.32).
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave