Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Voor Elke Track; Specificeren Hoe De Track Wordt Gespeeld (Play Mode); Een Track Van Achter Naar Voren Afspelen (Reverse); Het Aantal Maten In Een Track Specificeren (Measure) - Boss RC-300 LOOP STATION Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen voor elke track

Hier kunt u de afspeelmethode en andere instellingen individueel voor elke track selecteren.
Druk eerst op de [EDIT] knop van de track die u wilt bewerken.
Voor details, zie 'Basis bewerkingsprocedure' (p.9).
Parameter
Track1:Play Mode
Track1:Reverse
Track1:Measure
(BPM120.0)
Origineel Tempo (p . 19)
Track1:Stop Mode
IMMEDIATE
Track1:PlayLevel
Waarde

Specificeren hoe de track wordt gespeeld (Play Mode)

LOOP
Dit specificeert of het afspeelgeluid van de track gelooped wordt of One-Shot (d.w.z: niet gelooped) is.
Track 1
Loop
One Shot
Track 2
Loop
Track 3
* Opnemen/overdubben kan niet uitgevoerd worden met betrekking tot tracks die op 'ONE SHOT' zijn ingesteld. Om
een track te creëren die voor One-Shot afspelen is bedoeld, moet u eerst opnemen/overdubben terwijl het op
'LOOP' is ingesteld, en dit opslaan. Dan verandert u de instellingen in 'ONE SHOT' .
LOOP
ONE SHOT

Een track van achter naar voren afspelen (Reverse)

OFF
Dit specificeert of de track op de conventionele manier vooruit wordt gespeeld of van achter naar voren wordt afge-
speeld (Reverse Playback).
OFF
ON

Het aantal maten in een track specificeren (Measure)

AUTO
U kunt het aantal maten voor elke track specificeren. Als ritmeklanken worden opgenomen of als u samen met andere
tracks opneemt, is het handig om het aantal maten te specificeren voordat u gaat opnemen, zodat Looping over de
gespecificeerde maatlengte zal plaatsvinden, zelfs als u het pedaal niet bedient als u klaar bent met opnemen.
Eén maat
Track 1
Track 2
Vier maten
Track 3
Acht maten
AUTO
FREE
1, 2, 3...

Specificeren hoe de track stopt (Stop Mode)

Dit specificeert hoe de track stopt als u op het [STOP] pedaal drukt.
• De PLAY indicator knippert totdat het afspelen stopt.
• Als u nogmaals op het [STOP] pedaal drukt voordat het afspelen stopt, zal het afspelen direct stoppen.
* Totdat het afspelen stopt, kunt u niet overdubben.
IMMEDIATE
FADE OUT
LOOP END

Het afspeelniveau van de tracks aanpassen (Play Level)

100
U kunt het afspeelniveau van de tracks aanpassen. Deze waarde kan ook met de TRACK [1]-[3] schuifregelaars
worden veranderd.
0–200
Uitleg
Conventioneel Loop afspelen.
De frase wordt slechts één keer afgespeeld, van het begin tot het eind van de track, en
stopt dan automatisch.
Als u tijdens het afspelen op het [REC/DUB/PLAY] pedaal drukt, begint het afspelen
opnieuw vanaf het begin van de track (Retrigger Playback).
Afspelen is normaal.
Afspelen is omgekeerd.
Tracks die op AUTO zijn ingesteld, hebben hetzelfde aantal maten. Het aantal maten wordt
bepaald door de eerste opgenomen track van de tracks die op AUTO zijn ingesteld. Als bij-
voorbeeld alle tracks op AUTO staan, is de waarde die als het aantal maten voor de tweede
en daaropvolgende tracks is ingesteld, identiek aan het aantal maten in de eerste track die
werd opgenomen.
Het aantal maten wordt automatisch ingesteld, corresponderend met de lengte van de
opname.
Het aantal maten wordt handmatig ingesteld.
Het afspelen stopt direct.
Het afspelen verdwijnt langzaam (Fade-out) en stopt dan.
Het afspelen gaat door tot het eind van de Loop en stopt dan.
Afspeelniveau van de track.
Instellingen voor elke track
Als one-shot afspelen is
geselecteerd, stopt het
afspelen wanneer het eind
van de frase wordt bereikt
(het wordt niet gelooped).
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave