4.5.4
Stroomfactor
De waarde van de stroomfactor is afhankelijk van het ingestelde toerental van de
roerwerkas.
tussen 0,4 en 2,5 bij een toerental van de roerwerkas van 15 omw/min
tussen 0,4 en 3,5 bij een toerental van de roerwerkas van 28 omw/min
Bij gelijke basisinstellingen (km/h, werkbreedte, kg/ha resp. g/m²) geldt:
Bij verhoging van de stroomfactor vermindert de doseerhoeveelheid.
Bij verlaging van de stroomfactor stijgt de doseerhoeveelheid.
Kent u de stroomfactor uit vroegere afdraaiproeven of uit de strooitabel, dan kunt
u deze in dit menu manueel invoeren.
Via het menu Afdraaiproef kunt u de stroomfactor met behulp van de QUAN-
TRON-A bepalen en invoeren. Zie
De berekening van de stroomfactor hangt af van de gebruikte bedrijfsmodus.
Meer informatie over de stroomfactor vindt u in het hoofdstuk
4.6.2: AUTO/MAN-modus, pagina
Stroomfactor invoeren:
1. Menu Meststof-/Strooimiddelinstellingen > Stroomfactor aufrufen.
Op het display verschijnt de actueel ingestelde stroomfactor.
2. Voer de nieuwe waarde in het invoerveld in.
Indien uw strooimiddel niet in de strooitabel voorkomt, voert u de stroomfactor
1,00 in.
In de bedrijfsmodi AUTO km/h en MAN km/h adviseren wij dringend, een af-
draaiproef uit te voeren, teneinde de stroomfactor voor deze meststof exact te
bepalen.
3. Entertoets indrukken.
De nieuwe waarde is in de bedieningsunit opgeslagen.
Bediening QUANTRON-A
LET OP
4.5.6: Afdraaiproef, pagina
LET OP
44.
LET OP
4
34.
33