2.4
Bedieningselementen
De bediening van uw universele strooier geschiedt via 17 folietoetsen (13 vast
gedefinieerde en 4 vrij toe te wijzen folietoetsen).
Afb. 2.2:
De gebruiksaanwijzing beschrijft de functies van de bedieningsunit QUAN-
TRON-A vanaf de softwareversie 2.01.00.
Nr.
1
2
3
4
Bedieningspaneel aan de voorzijde van het apparaat
Benaming
Functie
AAN/UIT
In-/uitschakelen van het apparaat
Display
Weergave van de werkschermen
T-toets
Start/stop
Starten of stoppen van de strooiwerkzaamheden.
LET OP
Om te strooien met een gesimuleerde snelheid
(aanrijden op het kruispunt of op de wendakker).
Alleen in de configuratie g/m²: voor strooien
met een vooraf ingestelde speciale strooihoe-
veelheid (procentuele meerhoeveelheid tijdens
het normale strooien).
Opbouw en functie
2
7