GEBRUIKERSAUTHENTICATIE
Wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld in de systeeminstellingen, moet u inloggen voordat u het
apparaat gebruikt. Aanvankelijk is de gebruikersauthenticatie uitgeschakeld.
Log uit wanneer u klaar bent met het apparaat.
Methoden van gebruikersauthenticatie
Er zijn twee manieren om gebruikersauthenticatie uit te voeren: Inloggen middel van gebruikersnummer en
inloggen door middel van loginnaam en wachtwoord. Vraag de informatie die nodig is om u aan te melden aan de
beheerder van de machine.
Meer informatie over gebruikersauthenticatie vindt u in "GEBRUIKERSAUTHENTICATIE" in de Gebruikershandleiding.
Inloggen met behulp van gebruikersnummer
Gebruikersauthenticatie
Inloggen door middel van loginnaam en wachtwoord
Gebruikersauthenticatie
Gebruikersnaam
Gebruik. Naam
Wachtwoord
Auth om:
Lokaal aanmelden
Uitloggen
Log uit wanneer u klaar bent met het apparaat. Door uit te loggen voorkomt u dat onbevoegden het apparaat
gebruiken.
Hoe u uitlogt
U kunt uit elke mod us van de m achine uitloggen door op de toets [LOGOUT] te (
toet s [LOGOUT] (
) k an niet worden gebr uikt om u af te melden w anneer een f axn ummer in de faxmod us
wordt ingegeven. De toets [LOGOUT] (
Als een vooringestelde tijdsduur is verstreken nadat de machine voor het laatst is gebruikt, wordt de functie
automatisch wissen geactiveerd. Dat wordt u automatisch uitgelogd.
U logt in door uw gebruikersnummer (5 tot 8 cijfers)
OK
te typen, dat is opgeslagen in de systeeminstellingen
van het apparaat.
Aanm. beheer.
U logt in door uw loginnaam, het wachtwoord en de
OK
loginbestemming te typen die zijn opgeslagen in de
systeeminstellingen van het apparaat. Naar gelang
de wijze waarop de apparaatbeheerder de
systeeminstellingen heeft geconfigureerd, kunt u ook
een e-mailadres gebruiken voor de authenticatie.
) fdient op dat moment immers als numerieke toet s.
). dr ukken. Let op, de
13