8. LUCHTSTROOM
U kunt de richting van de luchtstroom regelen door de stand van het rooster
bovenop de airconditioner te wijzigen door in het midden aan het rooster te
trekken of er tegen te duwen (zie afbeelding). Hiermee voorkomt u dat het
rooster in de verkeerde stand is ingesteld. U kunt de luchtstroom ook anders
instellen door de richting van de verticale lamellen te veranderen.
9. SLAAPSTAND
Als het apparaat in de slaapstand staat, wordt de ingestelde temperatuur van het
apparaat als volgt aangepast aan de warmtebehoefte van de persoon die gaat
slapen:
•
•
•
1
2
10. ONTVOCHTIGING
Onder normale omstandigheden wordt het condenswater via de verbindingsslang
naar de buitenunit gepompt. Wanneer de slang geblokkeerd is of als de
buitenunit te hoog hangt, verzamelt het water zich in het waterreservoir van de
binnenunit. Zie hoofdstuk E voor het legen van dit reservoir.
D
LUCHTFILTER
Deze airconditioner is uitgerust met een 3-laags filter om de circulerende lucht te
zuiveren.
a.
b.
c.
De filterhouder aan de achterkant van het apparaat kan worden geopend. Het
actief koolfilter en het 3M™ Filtrete™-filter kunnen worden geïnstalleerd of
verwijderd. Het gaasfilter is onderdeel van de filterhouder (zie afbeelding).
1
108
In de stand COOL [koelen] of AUTO COOL [automatisch koelen]. De
ingestelde temperatuur wordt na 1 uur met 1ºC verhoogd en na 2 uur nog
eens met 1ºC.
Geen ventilatoractiviteit terwijl de slaapstand (SLEEP) actief is
Standaard ventilatorsnelheid: LAAG
Druk op de toets
om de slaapstand in te schakelen.
Druk nogmaals op de toets
Gaasfilter; om grotere stofdeeltjes te verwijderen.
3M™ Filtrete™-filter; om ongezonde deeltjes zoals pollen, bacteriën,
dierlijke huidschilfers en stof uit de lucht te verwijderen.
Actief koolfilter; om geuren te verwijderen.
LET OP!
Het actief koolfilter en het 3M™ Filtrete™-filter worden in een plastic
verpakking geleverd. Vergeet niet deze filters te installeren. Deze filters
verwijderen ongezonde deeltjes uit de omgevingslucht.
om de slaapstand uit te schakelen.