Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u begint met het installeren van het apparaat en bewaar deze handleiding in goede staat in de buurt van het
apparaat gedurende de gehele levensduur van het apparaat.
1.1 Bescherming van personen
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door personen met een lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke handicap
of zonder ervaring of kennis, indien deze personen onder voldoende toezicht staan of ze aanwijzingen voor het veilige gebruik van apparaat hebben
gekregen en ze bewust zijn van de mogelijke risico's.
• Kinderen mogen niet spelen met het apparaat. Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet door kinderen, zonder toezicht, worden
uitgevoerd.
1.2 Voorzorgsmaatregelen bij installatie en onderhoud
• De installatie van een VEX centrale kan gevaarlijk zijn vanwege stroomvoerende elementen of mechanisch bewegende onderdelen. Dit materiaal moet
door opgeleid en gekwalificeerd personeel worden geïnstalleerd, in bedrijf worden gesteld en worden gerepareerd, waarbij de geldende normen en
de regels der kunst in acht dienen te worden genomen.
• Onderhouds- of schoonmaakwerkzaamheden waarbij toegangsluiken moeten worden geopend of onderdelen van de centrale moeten worden
gedemonteerd, mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd.
• De elektrische aansluitingen dienen te worden uitgevoerd door een vakman volgens de regels van de norm NF C 15-100.
• In het bijzonder moet in de vaste bedrading een scheidingsschakelaar worden opgenomen waarvan de contacten op elke pool minstens 3 mm zijn
geopend en een beveiliging met een geschikte nominale stroomsterkte (automatische stroomonderbreker). De kabeldoorsneden van de koperen
geleiders zijn bepaald in onderdeel 2.9.3, 2.9.4 et 2.9.5 van de installatiehandleiding.
• De elektrische voedingseenheden van het product moeten worden losgekoppeld voordat het wordt onderhouden of gereinigd.
• Zorg ervoor dat de centrale niet per ongeluk kan worden aangezet.
• Een beschadigde netvoedingskabel moet door de installateur of een andere vakbekwame persoon worden vervangen om gevaren te voorkomen.
• Als een motor oververhit raakt, zal de motorregelaar het vermogen lineair verlagen. Als de maximaal toegestane temperatuur is overschreden, wordt
de motor door de regelaar uitgezet en na afkoeling automatisch weer aangezet. In het geval van een defect van de motor (foutsignaal op de printplaat
van de motor, fasedefect, geblokkeerde motor, kortsluiting aan de aarding of interne kortsluiting, onderspanning, of intermediaire overspanning en
netwerk, storing piekstroom) zal de centrale een alarm laten klinken. Schakel de stroom uit (stroomonderbreker op het schakelbord), controleer of
niets de werking van de centrale hindert (bijvoorbeeld een blokkade, aanlopende delen, vervuiling van het wiel, abnormale geluiden, enz.) en wacht
1 uur voordat u de stroom weer inschakelt.
• Wanneer het probleem aanhoudt, neemt u contact op met uw installateur of met uw detailhandelaar.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
• Voor centrales die uitgerust zijn met een elektrische verwarmingsbatterij: in geval van vele gebreken van de regeling van de elektrische batterij
(minstens 2 defecte sensoren) en in geval van oververhitting in de blaaskast (omgevingstemperatuur > tot 80°C), zal een thermostaat met automati-
sche reset de elektrische batterij uitschakelen. De elektrische batterij is daarbij uitgerust met een thermostaat met handbediende reset die handmatig
in werking wordt gesteld op 120° en is gevestigd in een dompelbuis, tussen de weerstanden.
• Om een beroep te kunnen doen op de garantie, mogen er geen wijzingen zijn aangebracht aan het apparaat.
• Onderhoud het apparaat regelmatig om een goede staat van werking te garanderen.
4
1. AANBEVELINGEN EN
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN