2.8 Hydraulische aansluiting
2.8.1 Condensafvoeren aansluiten - algemeen
Rust elke condensafvoer uit met een sifon (platenwisselaar en koelbatterij als optie). De hoogte van de sifon wordt berekend afhankelijk van de
onder- of overdruk in het apparaat om de afvoer van condens mogelijk te maken of om een luchtlek in de centrale te voorkomen.
Let op: de sifon moet met water gevuld worden voor iedere inbedrijfstelling van de centrale. Verdampingsrisico van water in de zomer. Het wordt
aanbevolen een sifon met een diameter van minimaal Ø32 mm te gebruiken om een grotere waterinhoud te verkrijgen (voor modellen VEX520 tot
VEX530 gebruikt u een reductiemof van Ø20 Ø32).
Berekening van de sifon
"P" is de maximale druk in Pa binnen de centrale in bedrijf met een verhoging van het veiligheidscoëfficiënt met 20 % (10Pa = 1 mm waterkolom). Let
op, verwacht een drukverlies (een grotere druk of onderdruk) met vervuiling van de filters!
Een deel van de centrale is in onderdruk (aansluiting op de warmtewisselaar):
H1(mm)>= P/10
Hs>=Px0,075
Voorbeeld: we berekenen een drukvermindering van 500 Pa, ofwel P = 600 Pa met veiligheidscoëfficiënt.
H1>= 600/10 H1 >=60 mm en
Hs>=600x0,075 Hs>=45mm
12
Let op: tegen bevriezing in de winter
moeten de sifon en de afvoerbuis
geïsoleerd worden als deze zich
bevinden in een onverwarmde
atmosfeer.