Beelden roteren
Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op.
1
Selecteer [ ].
●
Druk op de knop [ ] en selecteer [ ] in
het menu ( = 28).
2
Draai het beeld.
●
Druk op de knop [ ] of [ ], afhankelijk
van de gewenste richting. Het beeld
wordt telkens als u op de knop drukt 90°
geroteerd. Druk op de knop [ ] om de
instelling te voltooien.
Via het menu
1
Selecteer [Roteren].
●
Druk op de knop [
[Roteren] op het tabblad [
Foto's
Films
Automatisch draaien uitschakelen
Voer deze stappen uit om automatisch draaien van beelden uit te
schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden gedraaid, afhankelijk
van de huidige oriëntatie van de camera.
] en kies
] ( = 29).
2
Draai het beeld.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om een beeld
te selecteren.
●
Het beeld wordt telkens als u op de knop
[ ] drukt 90° gedraaid.
●
Druk op de knop [
gaan naar het menuscherm.
●
Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit]
( = 90).
●
Druk op de knop [
[Autom. draaien] te selecteren op het
tabblad [
]. Selecteer vervolgens
[Uit] ( = 29).
Beelden kunnen niet worden geroteerd ( = 90) als u [Autom.
●
draaien] instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds geroteerde
beelden ook in hun oorspronkelijke richting weergegeven.
In de modus Smart Shuffle ( = 85) worden beelden die
●
verticaal zijn gemaakt verticaal weergegeven, zelfs als [Autom.
draaien] is ingesteld op [Uit], en verschijnen gedraaide beelden in
de gedraaide stand.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
] om terug te
Basishandelingen van
1
de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
3
Andere opnamestanden
4
P-modus
5
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
] om
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
90