6
Kies een smartphone om verbinding
mee te maken.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om de
smartphone te selecteren en druk daarna
op de knop [ ].
●
Zodra de verbinding met de smartphone
tot stand is gebracht, wordt de naam
van de smartphone weergegeven op de
camera. (Dit scherm wordt na ongeveer
één minuut gesloten.)
7
Importeer afbeeldingen.
●
Gebruik de smartphone om beelden
van de camera te importeren naar de
smartphone.
●
Gebruik de smartphone om de verbinding
te verbreken. De camera wordt
automatisch uitgeschakeld.
●
Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in
de camera zitten.
●
Er wordt een bericht weergegeven als de bijnaam die u invoert,
met een symbool of spatie begint. Druk op de knop [
een andere bijnaam in.
●
Voor betere beveiliging kunt u vereisen dat een wachtwoord
wordt ingevoerd op het scherm in stap 3. U doet dit door MENU
( = 29) te openen en tabblad [
] > [Instellingen Wi-Fi] >
[Wachtwoord] > [Aan] te selecteren. Voer in dit geval bij stap 4
in het wachtwoordveld op de smartphone het wachtwoord in dat
wordt weergegeven op de camera.
●
Er kan één smartphone worden toegewezen aan de
knop [ ]. Als u een andere smartphone wilt toewijzen, wist
u eerst de huidige via MENU ( = 29) > tabblad [
apparaatverbinding].
●
Niet alle NFC-compatibele smartphones hebben een
N-markering (
). Raadpleeg de handleiding van de
smartphone voor meer informatie.
Een smartphone toevoegen met het Wi-Fi-menu
Deze stappen leggen uit hoe u de camera als toegangspunt kunt
gebruiken, maar u kunt ook een bestaand toegangspunt gebruiken
( = 104).
] en voer
] > [Mobiele
1
Installeer CameraWindow.
●
Voor een iPhone, iPad of iPod touch vindt
u CameraWindow in de App Store en
downloadt en installeert u de app.
●
Voor Android-smartphones vindt
u CameraWindow in Google Play en
downloadt en installeert u de app.
2
Open het Wi-Fi-menu.
●
Druk op de knop [
] om de camera aan
te zetten.
●
Druk op de knop [ ].
●
Als een scherm wordt weergegeven dat
vraagt om de bijnaam van het apparaat,
voert u de bijnaam in ( = 101).
3
Selecteer [ ].
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om [ ] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
1
de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
3
Andere opnamestanden
4
P-modus
5
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
102