Opnamefuncties wijzigen
De beeldstabilisatiemodus (IS modus) wijzigen
•
Als de camera te sterk beweegt, zet u deze op een statief. Wanneer u de
camera op een statief zet, raden wij u aan de [IS modus] in te stellen op [Uit]
om te fotograferen.
•
Zorg ervoor dat u de camera horizontaal houdt wanneer u [Pan] gebruikt.
Beeldstabilisatie werkt niet als u de camera verticaal houdt.
Functies registreren voor de knop c
•
Selecteer
•
Wanneer dit symbool
pictogram, kan de functie niet in de huidige opnamemodus worden gebruikt.
worden met elke druk op de knop c de witbalansgegevens
•
In
opgeslagen
124
Selecteer [Is modus] en druk vervolgens op de
G
qr-knoppen om een instelling te selecteren.
[Continu]: de beeldstabilisatie is altijd aan. U kunt de
G
resultaten rechtstreeks op het scherm bevestigen,
waardoor u gemakkelijker de compositie of de
scherpte van het onderwerp kunt controleren.
[Opname]: de beeldstabilisatiemodus is alleen
ingeschakeld op het moment van opname.
[Pan]: de beeldstabilisatie werkt alleen bij
op- en neergaande camerabewegingen. Deze
optie wordt aanbevolen voor het maken van
opnamen van voorwerpen die horizontaal bewegen.
Selecteer [Instellen c knop] en druk vervolgens
G
op de knop m.
Druk op de opqr-knoppen om de te registreren
G
functies te selecteren en druk vervolgens op de
knop m.
Wanneer u op de knop c drukt, kunt u de
G
geregistreerde functie gebruiken of het instellingen-
scherm voor de geselecteerde functie weergeven.
als u een functie wilt annuleren.
wordt weergegeven aan de rechteronderkant van een
(p.
73), en worden de witbalansgegevens tevens gewijzigd in
.