De lensintrektijd wijzigen
Om veiligheidsredenen wordt de lens na ongeveer 1 minuut ingetrokken
nadat de modus Weergeven is ingesteld. U kunt de intrektijd instellen op
[0 sec.].
Opnamefuncties wijzigen
U kunt functies instellen op de tab 4 nadat u in de modus Opnemen op de
knop · hebt gedrukt. Sommige functies zijn niet beschikbaar. Dit hangt af
van de opnamemodus. Raadpleeg het tabmenuonderdeel 4 (Opnemen)
(p.
138).
Slow sync gebruiken
Fotografeer met de flitser en een lange sluitertijd. Hierdoor worden donkere
achtergronden lichter wanneer u in het donker of binnen opnamen met een
flitser maakt. U kunt Slow sync gebruiken om dezelfde resultaten te behalen
als met
(p.
57).
Bevestig de camera aan een statief zodat de camera niet beweegt om
camerabeweging te voorkomen. Wanneer u de camera op een statief zet,
raden wij u aan de [IS modus] in te stellen op [Uit] om te fotograferen
(p.
124).
Selecteer [Lens intrekken] en druk vervolgens
G
op de qr-knoppen om [0 sec.] te selecteren.
Selecteer [Flits Instellingen] en druk op de
G
knop m.
Druk op de op-knoppen om [Slow sync]
G
te selecteren en druk vervolgens op de
qr-knoppen om [Aan] te selecteren.
Opnamefuncties wijzigen
121