4. De 3 streepjes op de temperatuursonde
moeten in het voedsel gestoken zijn.
Voor een exacte meting van de
kerntemperatuur van het gerecht mag
de punt van de sonde niet in aanraking
komen met botten of vet.
De minimaal aanbevolen temperatuur
voor bereidingen met de sonde is
120°C, behalve bij bereidingen op
lage temperatuur.
Als de sonde de temperatuur van het
levensmiddel niet correct waarneemt,
worden op het display 2 foutmeldingen
weergegeven (die bevestigd moeten
worden). Vervolgens zal het apparaat
automatisch een bereiding met
tijdinstelling starten.
Instelling van de bereiding met de
temperatuursonde
1. Selecteer een bereidingsfunctie.
2. Raak de toets TEMPERATUUR
betreffende waarde aan.
3. Scroll langs de waarden tot de gewenste
bereidingstemperatuur wordt weergegeven.
4. Raak de toets BEVESTIGEN
5. Raak de toets SONDE
gedeelte
aan.
91477A081/B
6. Scrol door de waarden van de
7. Raak de toets BEVESTIGEN
Op het display wordt een bericht weergegeven
dat aangeeft dat u de sonde in de specifieke
opening en in het gerecht moet aanbrengen.
8. Raak de toets BEVESTIGEN
of de
aan.
in het onderste
doeltemperatuur tot de gewenste
temperatuur wordt weergegeven.
U kunt een temperatuur selecteren van
minimaal 20°C tot maximaal 90°C.
Als de oven op een te lage temperatuur
wordt ingesteld, stelt het apparaat
automatisch de minimumtemperatuur in
die nodig is om de geselecteerde
doeltemperatuur te bereiken.
Voor een optimaal resultaat adviseren
we om altijd een bereidingstemperatuur
in te stellen die hoger dan de
doeltemperatuur is.
de geselecteerde temperatuur van de
sonde te bevestigen.
aan om
aan.
GEBRUIK - 305