GEVAAR
Gebruikers- en montagehandleiding
NL Version 2.2.4
Hierdoor wordt een probleemloze werking van de afsluiter
gewaarborgd.
Voor het afdichten van de flensverbindingen moeten tussen de
flensoppervlakken geschikte afdichtingen aangebracht worden.
Uitzondering: Bij afsluitertype "AEQ" en "CDSQ" mag aan de
ingangszijde geen pakking worden geplaatst.
Schade door verkeerd ingebouwde afsluiters
Verkeerd ingebouwde afsluiters veroorzaken schade.
• Zorg voor een correcte inbouw van de afsluiters.
4.1.1
Montage-advies
Om te voorkomen dat de afsluiter door vastgekoekt materiaal
geblokkeerd wordt, worden de volgende montage-adviezen
gegeven:
4.1.1.1
LOHSE COMPACT-afsluiter
Als de montagesituatie het toelaat, dient een LOHSE
COMPACT-afsluiter van de serie CNA, CNAA, CNA-Bi, CGNA,
CBS, CBSA, CGBS, CAW met aandrijving naar boven te
worden gemonteerd.
4.1.1.2
LOHSE COMPACT-afsluiter met doorgaande
afsluiterplaat
Als de montagesituatie het toelaat, dient een LOHSE
COMPACT-afsluiter met doorgaande afsluiterplaat van de
series CDS, CDSV, CDSA, CDSR, CGDS, CDSQ met
aandrijving naar beneden te worden gemonteerd.
23/87
Montage / ontmanteling