Bedieningshandleiding
Veiligheidsmatten
1.6 Waarschuwing voor foutief gebruik
Bij ondeskundig of niet-correct gebruik of manipulaties
kunnen bij gebruik van de component mogelijke gevaren voor
personen of schade aan machine- of installatieonderdelen
niet uitgesloten worden. In dit opzicht moet u ook de eisen
van de norm ISO 13855 in acht nemen.
1.7 Uitsluiting van aansprakelijkheid
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade en bedrijfsstoringen die
voortvloeien uit montagefouten of het niet naleven van deze
bedieningshandleiding. Voor schade die ontstaat vanwege het gebruik
van reserveonderdelen of toebehoren, die niet door de fabrikant
toegelaten zijn, is iedere vorm van aansprakelijkheid van de fabrikant
uitgesloten.
Om veiligheidsredenen is het eigenhandig herstellen, ombouwen
of veranderen van het component uitdrukkelijk verboden. Iedere
eigenmachtig uitgevoerde reparatie, ombouw of verandering is uit
veiligheidsoogpunt niet toegestaan, en ontslaat in voorkomend geval
de fabrikant van elke aansprakelijkheid en/of daaruit voortvloeiende
schade.
2. Productbeschrijving
2.1 Bestelgegevens
Deze montage-instructies gelden voor de volgende types:
SMS
-
➀
➁
Nr.
Optie
Beschrijving
4
zonder afgeschuind profiel
➀
5
met aangegoten afgeschuind profiel
Breedte x lengte
➁
250-500
250 x 500 mm
500-500
500 x 500 mm
500-1000
500 x 1000 mm
750-1000
750 x 1000 mm
1000-1000
1000 x 1000 mm
1000-1500
1000 x 1500 mm
Alleen bij een correcte uitvoering van de montage, zoals in
deze handleiding beschreven, blijft de veiligheidsfunctie en
dus de conformiteit met de Machinerichtlijn behouden.
2.2 Speciale versies
Voor speciale versies die niet in de typesleutel onder 2.1 vermeld
worden, gelden de vermeldingen hiervoor en hierna, voor zover zij
overeenstemmen met de serieversies.
2.3 Bestemming en gebruik
Veiligheidsmatten worden gebruikt voor de bescherming van
personen aan machines met gevaarlijke bewegingen. Zij worden
vaak gebruikt voor het beveiligen van bijvoorbeeld gevarenzones
aan houtbewerkingsmachines, schaarheftafels of ponsmachines.
De veiligheidsmatten vormen een vlakke beschermvoorziening, die
gebruikt wordt om de aanwezigheid van personen te herkennen. De
veiligheidsmat bestaat uit twee van elkaar gescheiden stroomvoerende
stalen platen. Isolerende scheidingsstrips houden de platen van elkaar
gescheiden. Wordt de drukgevoelige mat bediend, dan veroorzaken
de geleidende strips tussen de staalplaten een elektrische kortsluiting.
Betreedt een persoon de veiligheidsmat, dan schakelt de aangesloten
veiligheidsmodule de gevaarlijke beweging uit.
2
Het volledige veiligheidssysteem bestaat uit de
veiligheidsmat(ten) en een veiligheidsmodule van de
serie SRB 301HC/R of SRB 301HC/T.
De veiligheidsmatten van de serie SMS 4 en SMS 5
mogen niet zonder veiligheidsmodule gebruikt worden.
Anders wordt het goedkeuringscertificaat ongeldig.
De gebruiker moet het veiligheidscircuit evalueren, ontwerpen
en opbouwen volgens de van toepassing zijnde normen en
afhankelijk van het vereiste veiligheidsniveau.
2.4 Veiligheidsafstand
Bij het ontwerpen van de beveiliging moeten vooral de
nalooptijd van de machine, de naderingssnelheid van het
bedienend personeel, de veiligheidsafstand alsook het
negeren en omzeilen van de beschermvoorziening in acht
genomen worden. De dimensionering en de montage moeten
garanderen dat het bedienend personeel de dichtstbijzijnde
gevaarlijke plaats niet kan bereiken voordat de machine tot
stilstand gekomen is. Deze samenhang wordt in de norm
ISO 13855 (Veiligheid van machines, naderingssnelheid
van lichaamsdelen) in een berekeningsformule voor de
veiligheidsafstand omgezet.
Berekeningsformule volgens EN 13855:
S = K x (T1 +T2) + (1200 - 0,4 H)
S
Minimale veiligheidsafstand in millimeter, gemeten van
de gevarenzone tot het detectiepunt, de detectielijn of het
veiligheidsveld
K
Constante in millimeter per seconde, afgeleid uit gegevens over
de naderingssnelheid van het lichaam of het lichaamsdeel (1600
mm/s)
H Afstand over het referentievlak (bijv. bodem) in millimeter (bij
veiligheidsmatten gewoonlijk 0 mm)
T1 De maximale aanspreektijd van de veiligheidsvoorziening
tussen het in gang zetten van het waarnemende element
(veiligheidsmat) en het ogenblik waarop de beschermvoorziening
(veiligheidsmodule) het uitgangssignaal in de "UIT" toestand
geschakeld heeft.
T2 de aanspreektijd van de machine, d.w.z. de tijd die benodigd is
om de machine stil te zetten of het risico te elimineren, nadat het
uitgangssignaal door de beschermvoorziening doorgegeven werd
De veiligheidsafstand kan dus gewoonlijk op de volgende manier
berekend worden:
S = 1600 mm/s x (T1 +T2) + 1200 mm
Voorbeeld
De veiligheidsafstand moet met een aanspreektijd van de machine
van 142,5 ms en een aanspreektijd van de beschermvoorziening van
45 ms berekend worden. De veiligheidsmat wordt op vloerhoogte
geïnstalleerd.
S = 1600 mm/s x (0,045 s + 0,1425 s) + 1200 mm
S = 1600 mm/s x (0,1875 s) + 1200 mm
S = 300 mm + 1200 mm
S = 1500 mm
Het volledige concept van de besturing, waarin de
veiligheidscomponent geïntegreerd wordt, moet
gevalideerd worden volgens de relevante normen.
NL
SMS 4
SMS 5