Bedieningshandleiding
Veiligheidslichtgordijn / -lichtscherm
3.3 Uitlijning van de sensoren
Procedure:
1 De zender en ontvanger moeten parallel ten opzichte van elkaar en
op dezelfde bevestigingshoogte gemonteerd worden
2 De bedrijfsmodus "automatisch" selecteren (zie hoofdstuk
Veiligheidsmodus/automatisch) en de spanningstoevoer inschakelen
3 Draai eerst de zender en vervolgens de ontvanger naar elkaar toe
totdat de geïntegreerde statusweergave groen brandt Lijn zender
en ontvanger zo uit dat zij ongeveer in het midden van de hoekzone
voor een groene aanduiding staan Fixeer de positie met de
schroeven van iedere bevestigingshoek
3.4 Instelmodus
3.4.1 Instelmodus met kabelaansluiting 5-polig
Als tijdens de start van het systeem gedurende minstens 2 seconden
een spanning van +24V aanwezig is aan de ingang (pin 5, ontvanger)
"Vrijgave - herstart" (bijv door het drukken van de herstartknop),
dan wordt het systeem in de instelmodus geschakeld In deze
bedrijfsmodus wordt de signaalsterkte van de straal met de kleinste
waarde gesignaleerd door lichtimpulsen aan de statuslamp (gele kleur)
Des te beter de uitlijning, des te hoger de frequentie van de lichtimpulsen
De uitlijning is correct, als de lichtimpulsen permanent branden Als er
geen optische synchronisatie tussen de zender en de ontvanger bestaat,
wordt elke drie seconden een lichtimpuls uitgezonden De instelmodus
wordt beëindigd door een systeemstart (+UB UIT/AAN)
3.4.2 Instelmodus met kabelaansluiting 4-polig
1) Aansluiting aan de ontvanger, Pin 1 (24V DC) met Pin 2 (OSSD 1)
verbinden
2) voedingsspanning van de ontvanger AAN
3) Statuslamp signalisatie (geel):
- Geen uitlijning: een lichtimpuls met een interval van 3 sec;
- Uitlijning signaal aanwezig: lichtimpuls met hoge frequentie;
- Uitlijning optimaal: lichtimpulsen gaan over in een permanent
signaal AAN (sensoren fixeren)
4) voedingsspanning van de ontvanger UIT
5) Kabelbrug Pin 1 en Pin 2 verwijderen
6) voedingsspanning van de ontvanger AAN
(Instelmodus gedeactiveerd)
3.5 Veiligheidsafstand
De veiligheidsafstand is de minimumafstand tussen het
veiligheidsveld van het veiligheidslichtgordijn en de gevarenzone De
veiligheidsafstand moet gerespecteerd worden om ervoor te zorgen
dat de gevaarlijke beweging tot stilstand gekomen is voordat men de
gevarenzone kan betreden
Berekening van de veiligheidsafstand volgens EN ISO 13855
en EN ISO 13857
De veiligheidsafstand is afhankelijk van de volgende factoren:
• Nalooptijd van de machine (berekening via meting van de nalooptijd)
• Aanspreektijd of reactietijd van de machine en het
veiligheidslichtgordijn en de nageschakelde veiligheidsmodule
(volledige beschermvoorziening)
• Naderingssnelheid
• Resolutie van het veiligheidslichtgordijn
Veiligheidslichtgordijn SLC440COM
De veiligheidsafstand voor de resolutie 14 mm tot 40 mm worden
volgens de onderstaande formule berekend:
(1) S = 2000 mm/s * T + 8 (d - 14) [mm]
S = Veiligheidsafstand [mm]
T = Totale reactietijd (nalooptijd machine,
reactietijd van de beschermvoorziening, veiligheidsmodule, enz)
d = Resolutie van het veiligheidslichtgordijn
Als naderingssnelheid is een waarde van 2000 mm/s aangehouden Is na
de berekening van de veiligheidsafstand de waarde
S ≤ 500 mm, dan moet u deze waarde gebruiken.
Is de waarde S ≥ 500 mm, dan moet u de afstand opnieuw berekenen:
(2) S = 1600 mm/s * T + 8 (d - 14) [mm]
Is de nieuwe waarde S > 500 mm, dan gebruikt u
deze als veiligheidsafstand
Is de nieuwe waarde S < 500 mm, dan gebruikt u
een minimumafstand van 500 mm
Voorbeeld
Reactietijd van het veiligheidslichtgordijn = 10 ms
Resolutie van het veiligheidslichtgordijn = 14 mm
Nalooptijd van de machine = 330 ms
S = 2000 mm/s * (330 ms + 10 ms) + 8(14 mm - 14 mm)
S = 680 mm
S = > 500 mm, dus nieuwe berekening met V = 1600 mm/s
S = 544 mm
Veiligheidsafstand ten opzichte van de gevarenzone
S
Veiligheidsafstand (S)
Veiligheids-
veldmarkering
≤ 75 mm = max. afstand om te garanderen dat men niet over de beschermvoorziening
heen kan stappen
Om te vermijden dat men achter het veiligheidsveld kan geraken, moet deze afmeting
onvoorwaardelijk in acht genomen worden
Berekening van de veiligheidsafstand voor
het lichtscherm met meerdere stralen SLG440COM
S = (1600 mm/s * T) + 850mm
S = Veiligheidsafstand [mm]
T = Totale reactietijd (nalooptijd machine, reactietijd van de
beschermvoorziening, veiligheidsmodule, enz)
K = Naderingssnelheid 1600 mm/s
C = Veiligheidsmarge 850 mm
Voorbeeld
Reactietijd van de SLG440COM = 10 ms
Nalooptijd van de machine T = 170 ms
S = 1600 mm/s * (170 ms + 10 ms) + 850 mm
S = 1138 mm
Hierbij moeten de volgende montagehoogtes nageleefd en
gerespecteerd worden:
Aantal stralen
Montagehoogte boven referentievlak (Vloer)
in mm
2
400, 900
3
300, 700, 1100
4
300, 600, 900, 1200
NL
SLC440COM
SLG440COM
Grens van de gevaarlijke plaats
Bovenkant werktuig
Stopsignaal voor de
t
gevaarlijke beweging
A
t
Stilstand van de
B
gevaarlijke beweging
t
= t
- t
n
B
A
Onderkant werktuig
5